ECLI:NL:HR:2007:BB6271
Arrest
Arrest inhoud
18 december 2007
Strafkamer
nr. 02439/06 P
AH/SM
tot herstel van een op 9 oktober 2007 uitgesproken arrest van de Hoge Raad (02439/06 P) gewezen op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 september 2005, nummer 22/001937-04, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkegen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, wonende te [woonplaats].
2.1. Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. E. Meijer, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft bij arrest van 9 oktober 2007 het beroep verworpen. In dat arrest is onder meer overwogen: "Nu het middel niet tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen."
trekt in zijn arrest van 9 oktober 2007;
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de hoogte van het opgelegde bedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
vermindert het te betalen bedrag in die zin dat de hoogte daarvan € 7.000,- bedraagt;
verwerpt het beroep voor het overige.