Arrest inhoud

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.352.390/01

zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : 10660597 CV EXPL 23-3637

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 9 september 2025

in de zaak van

COLLECT CAR B.V., gevestigd te Rotterdam, appellante, advocaat: mr. W. Boeters te Rotterdam,

tegen

[geïntimeerde], wonend te [plaats] , geïntimeerde, niet verschenen.

Partijen worden hierna Collect Car en [geïntimeerde] genoemd.

1 De zaak in het kort

Collect Car vordert betaling van facturen. Met de kantonrechter oordeelt het hof dat deze vordering niet toewijsbaar is omdat Collect Car niet aan haar stelplicht heeft voldaan.

2 Het geding in hoger beroep

Collect Car is bij dagvaarding van 27 maart 2024 in hoger beroep gekomen van een vonnis van 27 december 2023 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter), onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen Collect Car als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde.

Tegen [geïntimeerde] is verstek verleend.

Collect Car heeft een memorie van grieven met producties ingediend.

Ten slotte is arrest gevraagd. Collect Car heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en

  • uitvoerbaar bij voorraad - alsnog haar vorderingen zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties, inclusief nakosten.

Collect Car heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

3 Feiten

De kantonrechter heeft geen feiten vastgesteld. Het hof gaat - samengevat - uit van de volgende feiten.

3.1. Collect Car heeft op 30 september 2022 een overeenkomst gesloten met [geïntimeerde] . Op grond hiervan rust op Collect Car de verplichting om auto’s beschikbaar te stellen aan [geïntimeerde] . [geïntimeerde] is op zijn beurt een maandelijks bedrag verschuldigd aan abonnementskosten en een ritprijs bij gebruik van een auto.

3.2. [geïntimeerde] heeft twee facturen onbetaald gelaten.

4 Eerste aanleg

4.1. Collect Car heeft in eerste aanleg, samengevat, gevorderd [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van € 3.358,47, met rente. Daarnaast vorderde zij veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.

4.2. De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen en Collect Car in de proceskosten veroordeeld. Zij heeft aan dit oordeel, samengevat, ten grondslag gelegd dat Collect Car niet voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten.

5 Beoordeling

5.1. Collect Car heeft in hoger beroep vier grieven aangevoerd tegen het bestreden vonnis. Deze lenen zich voor gezamenlijke behandeling.

5.2. Collect Car voert, samengevat, aan dat zij wel degelijk heeft voldaan aan haar stelplicht, door te stellen dat sprake was van een overeenkomst op afstand en te onderbouwen dat zij de relevante informatie conform artikelen 6:230m lid 1 BW en 6:230v BW op duidelijke en begrijpelijke wijze aan [geïntimeerde] heeft verstrekt. Zij heeft daartoe onder meer het informatieformulier 2.0 overgelegd waarin wordt bevestigd dat aan deze verplichtingen is voldaan. Voor zover twijfel bestond over de wijze waarop het aanmeldproces exact is vormgegeven, had het op de weg van de kantonrechter gelegen om Collect Car in de gelegenheid te stellen dit nader toe te lichten of toe te laten tot nadere bewijslevering, aldus Collect Car.

5.3. Collect Car is met haar eerste grief opgekomen tegen een overweging die niet in het bestreden vonnis is opgenomen. Het hof laat die grief dan ook verder buiten beschouwing. De overige grieven hebben geen succes. Het hof overweegt in dit verband als volgt.

5.4. De kantonrechter heeft overwogen dat Collect Car niet aan haar stelplicht heeft voldaan omdat zij heeft nagelaten een met schermafdrukken onderbouwde toelichting op het aanmeldproces te overleggen. Collect Car heeft dit in hoger beroep niet alsnog gedaan. De kantonrechter overwoog verder dat het informatieformulier 2.0 en de verwijzingen naar de producties 2A en 2B niet volstaan, omdat daarin een onderbouwing van en toelichting op het aanmeldproces ontbreken. Ook op dit punt heeft Collect Car in hoger beroep nagelaten haar stellingen aan te vullen. Zij stelt in feite enkel dat zij met wat zij in eerste aanleg heeft gesteld en overgelegd, wel heeft voldaan aan haar stelplicht. Dat is onvoldoende.

5.5. Collect Car heeft in haar memorie van grieven nog een opsomming gegeven van waar welke informatie zoals bedoeld in artikelen 6:230m en 6:230v BW te vinden zou zijn. Zij heeft hierbij, ter onderbouwing, steeds verwezen naar een productie 3. Die productie ontbreekt echter.

5.6. Met wat is overgelegd en toegelicht, kan ook het hof, net als de kantonrechter, niet toetsen of Collect Car heeft voldaan aan de op haar rustende wettelijke informatieplichten.

5.7. Omdat Collect Car, de overwegingen van de kantonrechter ten spijt, in hoger beroep nog altijd niet aan haar stelplicht heeft voldaan, ziet het hof geen aanleiding haar alsnog in de gelegenheid te stellen de ontbrekende productie in het geding te brengen. Bewijslevering is daarom evenmin aan de orde; het hof passeert het bewijsaanbod van Collect Car.

5.8. Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd. Collect Car is in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] te begroten op nihil.

6 Beslissing

Het hof:

bekrachtigt het bestreden vonnis;

veroordeelt Collect Car in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door mrs. J.W.M. Tromp, I. de Greef en O.J. van Leeuwen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 9 september 2025.