Arrest inhoud

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.352.394/01

zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : 10751505 \ CV EXPL 23-4504

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 9 september 2025

in de zaak van

COLLECT CAR B.V., gevestigd te Rotterdam, appellante, advocaat: mr. W. Boeters te Rotterdam,

tegen

[geïntimeerde 1] handelend onder de naam [bedrijf], in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [geïntimeerde 2], kantoorhoudend te [plaats] , geïntimeerde, niet verschenen.

De (formele en materiële) partijen worden hierna Collect Car, de bewindvoerder en [geïntimeerde 2] genoemd.

1 De zaak in het kort

Collect Car vordert betaling van facturen. Met de kantonrechter oordeelt het hof dat deze vordering niet toewijsbaar is omdat Collect Car niet aan haar stelplicht heeft voldaan.

2 Het geding in hoger beroep

Collect Car is bij dagvaarding van 13 maart 2024 in hoger beroep gekomen van een vonnis van 13 december 2023 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter), onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen Collect Car als eiseres en [geïntimeerde 2] als gedaagde.

Tegen de bewindvoerder is verstek verleend.

Collect Car heeft een memorie van grieven met producties ingediend.

Ten slotte is arrest gevraagd.

Collect Car heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en

  • uitvoerbaar bij voorraad - alsnog haar vorderingen zal toewijzen, met veroordeling van de bewindvoerder in de kosten van het geding in beide instanties, inclusief nakosten.

Collect Car heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

3 Feiten

De kantonrechter heeft geen feiten vastgesteld. Het hof gaat - samengevat - uit van de volgende feiten.

3.1. Collect Car heeft op 28 juli 2022 een overeenkomst gesloten met [geïntimeerde 2] . Op grond hiervan rust op Collect Car de verplichting om auto’s beschikbaar te stellen aan [geïntimeerde 2] . [geïntimeerde 2] is op zijn beurt een maandelijks bedrag verschuldigd aan abonnementskosten en een ritprijs bij gebruik van een auto.

3.2. [geïntimeerde 2] heeft drie facturen onbetaald gelaten.

3.3. Het vermogen van [geïntimeerde 2] is op enig moment onder bewind gesteld, met benoeming van de bewindvoerder als bewindvoerder.

4 Eerste aanleg

4.1. Collect Car heeft in eerste aanleg, samengevat, gevorderd [geïntimeerde 2] te veroordelen tot betaling van € 3.230,95, met rente. Daarnaast vorderde zij veroordeling van [geïntimeerde 2] in de proceskosten.

4.2. De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen en Collect Car in de proceskosten veroordeeld. Zij heeft aan dit oordeel, samengevat, ten grondslag gelegd dat Collect Car niet voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten.

5 Beoordeling

5.1. Collect Car heeft in hoger beroep vier grieven aangevoerd tegen het bestreden vonnis. Deze lenen zich voor gezamenlijke behandeling.

5.2. Collect Car voert, samengevat, aan dat zij wel degelijk heeft voldaan aan haar stelplicht, door uitdrukkelijk uiteen te zetten dat de overeenkomst op afstand via een digitaal bestelproces tot stand is gekomen en dat zij de relevante informatie conform de artikelen 6:230m lid 1 BW en 6:230v BW op duidelijke en begrijpelijke wijze aan [geïntimeerde 2] heeft verstrekt. Zij heeft de in dit verband overgelegde producties bovendien concreet toegelicht, aldus Collect Car.

5.3. De grieven hebben geen succes. Het hof overweegt in dit verband als volgt.

5.4. De kantonrechter heeft overwogen dat Collect Car niet aan haar stelplicht heeft voldaan omdat zij heeft nagelaten een concrete toelichting te geven op de wijze van totstandkoming van de overeenkomst en hoe zij in die situatie heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplichten. De kantonrechter overwoog dat Collect Car weliswaar heeft gesteld dat de overeenkomst buiten de verkoopruimte is gesloten, maar dat de stelling van Collect Car dat het contract via e-mandate is ondertekend erop wijst dat de overeenkomst op afstand tot stand is gekomen. Volgens de kantonrechter had Collect Car dit nader moeten toelichten, de enkele verwijzingen naar de producties 2A tot en met 2C volstonden in dit verband niet. Ook indien sprake zou zijn van een overeenkomst op afstand, had Collect Car moeten toelichten op welke wijze zij heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplichten, aldus de kantonrechter.

5.5. Het hof wil wel aannemen dat partijen een overeenkomst op afstand hebben gesloten. Collect Car heeft echter, ook in hoger beroep, niet concreet toegelicht op welke wijze zij in die situatie heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplichten.

5.6. Collect Car stelt in de memorie van grieven weliswaar dat zij een en ander in de dagvaarding in eerste aanleg uitdrukkelijk en met toegelichte verwijzingen naar producties uiteen heeft gezet, maar de desbetreffende aangehaalde passages en informatie zijn niet in die dagvaarding terug te vinden. Collect Car stelt in feite enkel dat zij met wat zij in eerste aanleg heeft gesteld en overgelegd, wel heeft voldaan aan haar stelplicht. Dat is onvoldoende.

5.7. Collect Car heeft ook geen gebruik gemaakt van de herstelfunctie van het hoger beroep. Zij heeft in haar memorie van grieven een opsomming en overzicht gegeven van waar welke informatie zoals bedoeld in de artikelen 6:230m en 6:230v BW te vinden zou zijn. Zij heeft hierbij, ter onderbouwing, steeds verwezen naar een productie 3. Die productie ontbreekt echter.

5.8. Met wat is overgelegd en toegelicht, kan dus ook het hof, net als de kantonrechter, niet toetsen of Collect Car heeft voldaan aan de op haar rustende wettelijke informatieplichten.

5.9. Omdat Collect Car, de overwegingen van de kantonrechter ten spijt, in hoger beroep nog altijd niet aan haar stelplicht heeft voldaan, ziet het hof geen aanleiding haar alsnog in de gelegenheid te stellen de ontbrekende productie in het geding te brengen. Bewijslevering is daarom evenmin aan de orde; het hof passeert het bewijsaanbod van Collect Car.

5.10. Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd. Collect Car is in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, tot op heden aan de zijde van de bewindvoerder te begroten op nihil.

6 Beslissing

Het hof:

bekrachtigt het bestreden vonnis;

veroordeelt Collect Car in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van de bewindvoerder begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door mrs. J.W.M. Tromp, I. de Greef en O.J. van Leeuwen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 9 september 2025.