Terug naar bibliotheek
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1433 - Centrale Raad van Beroep - 18 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:CRVB:2025:143318 september 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

24/1552 WAJONG

Datum uitspraak: 18 september 2025

Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 23 mei 2024, 23/3697 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

SAMENVATTING

Het gaat in deze zaak over de vraag of het Uwv terecht heeft geweigerd appellant een uitkering op grond van de Wajong toe te kennen. Volgens appellant beschikte hij op de dag dat hij achttien jaar is geworden (duurzaam) niet over arbeidsvermogen en had hij om die reden als jonggehandicapte moeten worden aangemerkt. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat het Uwv terecht heeft geweigerd appellant een Wajong-uitkering toe te kennen.

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. S. Maachi, advocaat, hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift en nadere stukken ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 12 februari 2025. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Maachi en vergezeld door zijn moeder en zijn begeleider [naam begeleider]. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.J. van Steenwijk.

Het onderzoek is ter zitting geschorst. Appellant heeft nadere stukken ingediend. Het Uwv heeft hierop gereageerd. Met toepassing van artikel 8:64, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een nader onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Hierna is het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Awb gesloten.

OVERWEGINGEN

Inleiding

  1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1. Appellant, geboren op [geboortedatum] 2004, heeft met een door het Uwv op 26 juli 2022 ontvangen formulier een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Het Uwv heeft vervolgens een verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek verricht, waarna geconcludeerd is dat appellant arbeidsvermogen heeft. Bij besluit van 4 oktober 2022 heeft het Uwv geweigerd appellant een Wajong-uitkering toe te kennen.

1.2. Bij besluit van 27 juni 2023 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellant ongegrond verklaard. Hieraan liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.

Uitspraak van de rechtbank

  1. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat zij geen aanleiding ziet om het verzekeringsgeneeskundig onderzoek onzorgvuldig te achten. De rechtbank volgt appellant verder niet in zijn standpunt dat hij duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 30 mei 2023 voldoende gemotiveerd toegelicht waarom appellant met zijn beperkingen één uur aaneengesloten kan werken en ten minste vier uur per dag belastbaar is. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft ook voldoende toegelicht dat appellant beschikt over basale werknemersvaardigheden en dat de geselecteerde taken voor hem passend zijn. Omdat geen twijfel is ontstaan over de juistheid van de beoordeling heeft de rechtbank geen reden gezien om een deskundige te benoemen en het verzoek daartoe afgewezen.

Het standpunt van appellant

3.1. Appellant is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Als gevolg van nietaangeboren hersenletsel met cognitieve beperkingen, depressieve klachten, een verstoord slaapritme, verbale agressiviteit, polsklachten, klachten aan zijn vingers vanwege ganglions en klachten aan de rug en voeten heeft hij geen arbeidsvermogen. Appellant stelt dat hij niet in staat is om één uur aaneengesloten te werken, omdat hij bijna volledig aangestuurd dient te worden bij de ADL. Verder is hij te weinig productief om vier uur per dag belastbaar te zijn en is hij niet in staat het minimumloon per uur te verdienen. Daarnaast voert appellant aan dat hij niet in staat is om de geduide taak uit te voeren, omdat deze zijn belastbaarheid overschrijdt. Zo is het voor hem niet mogelijk om zich op een taak te concentreren vanwege zijn korte concentratieboog. Tot slot voert appellant aan dat hij niet beschikt over basale werknemersvaardigheden, omdat hij niet op structurele wijze in staat is om op tijd op het werk te verschijnen of andere afspraken na te komen. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft appellant onder meer verwezen naar het psychologisch onderzoeksrapport van 16 juli 2013 en een neuropsychologisch onderzoeksrapport van 9 januari 2025 en een psychologisch onderzoeksrapport van 26 maart 2025 ingebracht.

Het standpunt van het Uwv

3.2. Het Uwv heeft – onder verwijzing naar nadere rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 9 augustus 2024 en 12 mei 2025 – verzocht de aangevallen uitspraak te bevestigen.

Het oordeel van de Raad

  1. De Raad beoordeelt of de rechtbank terecht het bestreden besluit over de weigering van de Wajong-uitkering in stand heeft gelaten aan de hand van wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden. De Raad komt tot het oordeel dat het hoger beroep niet slaagt.

4.1. Een betrokkene heeft recht op een Wajong-uitkering als hij jonggehandicapte is in de zin van artikel 1a:1, eerste lid, van de Wajong. Daarvan is sprake als een betrokkene duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. Op grond van artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten heeft een betrokkene geen arbeidsvermogen als hij (a) geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie, (b) niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, (c) niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur, of (d) niet ten minste vier uur per dag belastbaar is. Het Uwv moet dus beoordelen of een betrokkene voldoet aan (ten minste) een van deze vier genoemde voorwaarden. De beoordeling van het arbeidsvermogen is gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig onderzoek. De door appellant aangevoerde (medische) gronden worden hierna besproken.

4.2. In geschil is of het Uwv zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat appellant per [geboortedatum] 2022 (de dag dat hij achttien jaar is geworden) arbeidsvermogen heeft.

4.3. Wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd is een herhaling van wat hij in bezwaar en beroep heeft aangevoerd. De rechtbank heeft deze gronden afdoende besproken en overtuigend gemotiveerd waarom deze niet slagen. Er is geen aanleiding om anders te oordelen dan de rechtbank heeft gedaan. Het oordeel van de rechtbank en de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen worden daarom geheel onderschreven. Hieraan wordt het volgende toegevoegd.

4.4. In het rapport van 9 augustus 2024 is de verzekeringsarts bezwaar en beroep (nader) ingegaan op de daarin genoemde, door appellant overgelegde, medische stukken, die betrekking hebben op onderzoeken tussen 2012 en eind 2019. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft (samengevat) toegelicht dat uit deze stukken blijkt dat bij onderzoek, vanaf jonge leeftijd, geen specifieke cognitieve stoornissen worden gevonden, maar dat sprake is van een sociale kwetsbaarheid en gedragsregulatieproblematiek. Appellant is hierbij beperkt in zijn persoonlijk en sociaal functioneren, maar heeft, rekening houdend met zijn beperkingen, arbeidsvermogen.

4.5. Het onderzoek ter zitting is geschorst om appellant in de gelegenheid te stellen nieuwe medische informatie in te brengen. Appellant heeft hierop een neuropsychologisch onderzoeksrapport van 9 januari 2025 en een psychologisch onderzoeksrapport van 26 maart 2025 ingebracht. In zijn rapport van 12 mei 2025 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep hierop gereageerd en geconcludeerd dat de informatie geen aanleiding geeft om het eerder ingenomen standpunt te wijzigen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft daarbij toegelicht dat uit het neuropsychologisch onderzoek en het psychologisch onderzoek van Eleos duidelijk naar voren komt dat appellant geen stoornissen heeft op cognitief en intellectueel gebied. Er is met name sprake van een sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand. Appellant heeft met deze beperkingen, op sociaal-emotioneel vlak, regulier basisonderwijs gevolgd en een mbo niveau 2 opleiding gevolgd en afgerond met een diploma. Hij heeft hiermee tevens op reguliere wijze een rijbewijs behaald. Dat appellant hierbij vanwege zijn sociaal-emotionele achterstand beperkt is in zijn persoonlijk en sociaal functioneren is uiteraard evident. Zoals echter ook door de primaire verzekeringsarts (27 september 2022) en daarna door de verzekeringsarts bezwaar beroep (30 mei 2023) beargumenteerd is onderbouwd voldoet appellant hierbij toch aan alle vier criteria van arbeidsvermogen, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De Raad ziet geen aanleiding om deze conclusie en de daaraan ten grondslag liggende motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet te volgen. Het Uwv heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat appellant per [geboortedatum] 2022 (de dag dat hij achttien jaar is geworden) arbeidsvermogen heeft.

4.6. Omdat de daarvoor benodigde twijfel aan de medische beoordeling ontbreekt, bestaat geen aanleiding een deskundige te benoemen. Het verzoek daartoe wordt daarom afgewezen.

Conclusie en gevolgen

  1. Het hoger beroep slaagt dus niet. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Dit betekent dat de weigering van de Wajong-uitkering in stand blijft.

  2. Omdat het hoger beroep niet slaagt krijgt appellant geen vergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door C.F.E. van Olden-Smit, in tegenwoordigheid van C.E.A. Tessemaker als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 september 2025.

(getekend) C.F.E. van Olden-Smit

(getekend) C.E.A. Tessemaker