Artikel 184a (Straf schending gedragsaanwijzing en bevel)
1. Hij die opzettelijk handelt in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2. Hij die opzettelijk handelt in strijd met een bevel, bedoeld in artikel 20, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die opzettelijk handelt in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Dit betekent dat een persoon die opzettelijk handelt in strijd met een gedragsaanwijzing, welke is gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.
2. Hij die opzettelijk handelt in strijd met een bevel, bedoeld in artikel 20, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Dit betekent dat een persoon die opzettelijk handelt in strijd met een bevel, zoals bedoeld in artikel 20, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBNHO:2025:11559 - Rechtbank Noord-Holland - 9 oktober 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11341 - Rechtbank Rotterdam legt TBS met voorwaarden op voor belaging en mishandeling - 23 september 2025
De rechtbank veroordeelt een verminderd toerekeningsvatbare verdachte voor onder meer belaging en mishandeling van zijn ex-partner. Er wordt een gevangenisstraf en een TBS-maatregel met voorwaarden opgelegd. De rechtbank oordeelt expliciet dat de feiten geen geweldsmisdrijf vormen in de zin van artikel 38e Sr.
ECLI:NL:RBLIM:2025:8817 - Vrijspraak voor poging doodslag en veroordeling voor zware mishandeling na messteek - 12 september 2025
De Rechtbank Limburg spreekt vrij van poging tot doodslag omdat een aanmerkelijke kans op de dood niet kon worden vastgesteld. Wel wordt zware mishandeling bewezen verklaard op basis van voorwaardelijk opzet, omdat de verdachte de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel bewust heeft aanvaard.