Artikel 138b (Belemmeren toegang of gebruik geautomatiseerd werk)
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot of het gebruik van een geautomatiseerd werk belemmert door daaraan gegevens aan te bieden of toe te zenden.
2. Indien het feit wordt gepleegd:
a. met behulp van een aanzienlijk aantal geautomatiseerde werken die getroffen zijn door het gebruik van een middel als bedoeld in artikel 139d, tweede lid, dat hoofdzakelijk daarvoor geschikt is gemaakt of ontworpen; of b. met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Indien het feit ernstige schade veroorzaakt, of is gepleegd tegen een geautomatiseerd werk behorende tot de vitale infrastructuur, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.
4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
5. Indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
6. Indien een feit is begaan met een terroristisch oogmerk, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met de helft verhoogd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot of het gebruik van een geautomatiseerd werk belemmert door daaraan gegevens aan te bieden of toe te zenden.
Dit lid stelt strafbaar degene die opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot of het gebruik van een geautomatiseerd werk belemmert. Dit belemmeren moet gebeuren door daaraan gegevens aan te bieden of toe te zenden. De straf hiervoor is een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien het feit wordt gepleegd:
Dit deel introduceert de voorwaarden waaronder het in lid 1 omschreven feit zwaarder wordt gestraft:
a. met behulp van een aanzienlijk aantal geautomatiseerde werken die getroffen zijn door het gebruik van een middel als bedoeld in artikel 139d, tweede lid, dat hoofdzakelijk daarvoor geschikt is gemaakt of ontworpen; of
Dit is de eerste voorwaarde: wanneer het feit wordt gepleegd met behulp van een aanzienlijk aantal geautomatiseerde werken. Deze werken moeten getroffen zijn door het gebruik van een middel als bedoeld in artikel 139d, tweede lid, en dat middel moet hoofdzakelijk daarvoor geschikt is gemaakt of ontworpen zijn. Het woord 'of' duidt op een alternatieve voorwaarde ten opzichte van sub b.
b. met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
Dit is de tweede voorwaarde: wanneer het feit wordt gepleegd met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen.
wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
Als aan een van de voorwaarden onder a of b is voldaan, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Indien het feit ernstige schade veroorzaakt, of is gepleegd tegen een geautomatiseerd werk behorende tot de vitale infrastructuur, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit lid bepaalt de straf indien het feit ernstige schade veroorzaakt, of is gepleegd tegen een geautomatiseerd werk behorende tot de vitale infrastructuur. In dat geval wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.
4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Dit lid stelt dat indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid, de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd wordt.
5. Indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Dit lid bepaalt dat indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd wordt.
6. Indien een feit is begaan met een terroristisch oogmerk, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met de helft verhoogd.
Dit lid stelt dat indien een feit is begaan met een terroristisch oogmerk, de op het feit gestelde gevangenisstraf met de helft verhoogd wordt.