Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Eerste titel. Algemene bepalingen
Eerste afdeling. Rechtsmacht van de Nederlandse rechter
Artikel 9

Artikel 9 (Aanvullende rechtsmacht Nederlandse rechter)

Laatste versie

Komt de Nederlandse rechter niet op grond van de artikelen 2 tot en met 8 rechtsmacht toe, dan heeft hij niettemin rechtsmacht indien: a. het een rechtsbetrekking betreft die ter vrije bepaling van partijen staat en de gedaagde of belanghebbende in de procedure is verschenen niet uitsluitend of mede met het doel de rechtsmacht van de Nederlandse rechter te betwisten, tenzij voor rechtsmacht van de Nederlandse rechter geen redelijk belang aanwezig is, b. een gerechtelijke procedure buiten Nederland onmogelijk blijkt, of c. een zaak die bij dagvaarding moet worden ingeleid voldoende met de rechtssfeer van Nederland verbonden is en het onaanvaardbaar is van de eiser te vergen dat hij de zaak aan het oordeel van een rechter van een vreemde staat onderwerpt.

Uitleg in duidelijke taal

Komt de Nederlandse rechter niet op grond van de artikelen 2 tot en met 8 rechtsmacht toe, dan heeft hij niettemin rechtsmacht indien:

Dit artikel beschrijft situaties waarin de Nederlandse rechter toch bevoegd is (rechtsmacht heeft), ook al verlenen de artikelen 2 tot en met 8 hem die bevoegdheid niet direct. De Nederlandse rechter heeft in dat geval niettemin rechtsmacht als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a. het een rechtsbetrekking betreft die ter vrije bepaling van partijen staat en de gedaagde of belanghebbende in de procedure is verschenen niet uitsluitend of mede met het doel de rechtsmacht van de Nederlandse rechter te betwisten, tenzij voor rechtsmacht van de Nederlandse rechter geen redelijk belang aanwezig is,

De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht indien: het gaat om een juridische verhouding (rechtsbetrekking) waarover partijen zelf afspraken mogen maken (die ter vrije bepaling van partijen staat). Bovendien moet de gedaagde partij of de belanghebbende partij in de procedure zijn verschenen, en mag het verschijnen niet (mede) tot doel hebben gehad om de bevoegdheid (rechtsmacht) van de Nederlandse rechter aan te vechten (te betwisten). Dit geldt echter niet als er geen redelijk belang is voor de Nederlandse rechter om de zaak te behandelen.

b. een gerechtelijke procedure buiten Nederland onmogelijk blijkt, of

De Nederlandse rechter heeft ook rechtsmacht indien: het onmogelijk blijkt te zijn om een gerechtelijke procedure buiten Nederland te starten of te voeren.

c. een zaak die bij dagvaarding moet worden ingeleid voldoende met de rechtssfeer van Nederland verbonden is en het onaanvaardbaar is van de eiser te vergen dat hij de zaak aan het oordeel van een rechter van een vreemde staat onderwerpt.

De Nederlandse rechter heeft tevens rechtsmacht indien: een zaak die met een dagvaarding moet beginnen (moet worden ingeleid) een voldoende sterke band heeft met de Nederlandse juridische omgeving (rechtssfeer van Nederland). Daarnaast moet het onaanvaardbaar zijn om van de eisende partij (eiser) te vragen (te vergen) dat hij de zaak voorlegt aan een rechter in een ander land (rechter van een vreemde staat).

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

5 uitspraken gevonden
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8964 - Rechtbank Rotterdam - 23 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:896423 juli 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:1014 - Conclusie A-G: Erkenning Engelse vermogensverdeling na talaq-scheiding - 19 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:101419 september 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

De P-G adviseert de Hoge Raad dat een Engelse beslissing tot verdeling van het huwelijksvermogen erkend kan worden in Curaçao. De rechtsmacht van de Engelse rechter is gebaseerd op de stilzwijgende forumkeuze van de man, een internationaal aanvaardbare grond, ook zonder toetsing van de 'vergewisplicht' uit de HuwVermVo.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6976 - Rechtbank Amsterdam - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:697630 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2004 - Gerechtshof Amsterdam - 29 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:200429 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Verbintenissenrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2008 - Gerechtshof Amsterdam - 29 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:200829 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht