Artikel 79 (Advocaatplicht en in persoon procederen)
1. Partijen kunnen in zaken voor de kantonrechter in persoon procederen.
2. In alle overige zaken kunnen partijen niet in persoon procederen, maar slechts bij advocaat. Zij worden geacht tot aan het eindvonnis bij de gestelde advocaat woonplaats te hebben gekozen, tenzij zij hebben verklaard een andere woonplaats te hebben gekozen. Zij kunnen de door hen gestelde advocaat niet herroepen zonder tevens een andere advocaat te stellen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Partijen kunnen in zaken voor de kantonrechter in persoon procederen.
Dit betekent dat partijen in rechtszaken die voor de kantonrechter worden behandeld, zelfstandig, dus zonder verplichte vertegenwoordiging door een advocaat, een procedure mogen voeren.
2. In alle overige zaken kunnen partijen niet in persoon procederen, maar slechts bij advocaat. Zij worden geacht tot aan het eindvonnis bij de gestelde advocaat woonplaats te hebben gekozen, tenzij zij hebben verklaard een andere woonplaats te hebben gekozen. Zij kunnen de door hen gestelde advocaat niet herroepen zonder tevens een andere advocaat te stellen.
Dit lid stelt dat in alle andere rechtszaken dan die voor de kantonrechter, partijen niet zelfstandig (in persoon) mogen procederen. Zij moeten zich in die gevallen laten vertegenwoordigen door een advocaat. Er wordt van uitgegaan (geacht) dat partijen, tot het moment van de definitieve uitspraak (eindvonnis), woonplaats hebben gekozen op het adres van de advocaat die zij hebben aangesteld (gestelde advocaat), tenzij zij officieel hebben aangegeven (verklaard) een andere woonplaats te hebben gekozen. Bovendien kunnen partijen de advocaat die zij hebben aangesteld niet ontslaan (herroepen) zonder tegelijkertijd een nieuwe advocaat aan te wijzen (stellen).
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:756 - Parket bij de Hoge Raad - 4 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4311 - Kantonrechter vernietigt ontslag op staande voet wegens ontbreken dringende reden - 1 juli 2025
De kantonrechter vernietigt een ontslag op staande voet omdat niet is voldaan aan de wettelijke vereisten: een dringende reden ontbrak en werd niet onverwijld meegedeeld. Hierdoor herleeft de arbeidsovereenkomst tot de oorspronkelijke einddatum en heeft de werknemer recht op achterstallig loon en de transitievergoeding.
ECLI:NL:RBROT:2025:10961 - Bevoegdheid bij loonvordering ontslagen statutair bestuurder: kantonrechter of rechtbank? - 22 augustus 2025
Een loonvordering van een werknemer die ook statutair bestuurder was, valt onder de bevoegdheid van de rechtbank (artikel 2:241 BW), niet de kantonrechter. Dat de bestuurder inmiddels vennootschapsrechtelijk is ontslagen, verandert dit niet, tenzij de relevante band tussen het bestuurderschap en de arbeidsovereenkomst is verbroken.