Artikel 284 (Overeenkomstige toepassing getuigenverhoorregels)
1. De negende afdeling van de tweede titel is van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet.
2. De overeenkomstige toepassing van de artikelen 187 en 191 vindt aldus plaats dat de daarin bedoelde voorschotheffing, tenuitvoerlegging of voorlopige indebetstelling geschiedt ten laste van de belanghebbende die het verzoekschrift heeft ingediend dan wel mede of uitsluitend ten laste van een of meer andere door de rechter aangewezen belanghebbenden.
Uitleg in duidelijke taal
1. De negende afdeling van de tweede titel is van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet.
Dit artikelonderdeel bepaalt dat de negende afdeling van de tweede titel, welke de regels voor het getuigenverhoor bevat, op een vergelijkbare manier wordt toegepast in de verzoekschriftprocedure, tenzij de specifieke aard van de zaak zich tegen een dergelijke toepassing verzet.
2. De overeenkomstige toepassing van de artikelen 187 en 191 vindt aldus plaats dat de daarin bedoelde voorschotheffing, tenuitvoerlegging of voorlopige indebetstelling geschiedt ten laste van de belanghebbende die het verzoekschrift heeft ingediend dan wel mede of uitsluitend ten laste van een of meer andere door de rechter aangewezen belanghebbenden.
Dit artikelonderdeel preciseert hoe de artikelen 187 en 191 (die deel uitmaken van de regeling voor het getuigenverhoor en betrekking hebben op kosten) vergelijkbaar worden toegepast. Het stelt dat de daarin bedoelde voorschotheffing, tenuitvoerlegging of voorlopige indebetstelling voor rekening komt van de belanghebbende die het verzoekschrift heeft ingediend. Deze kosten kunnen echter ook mede, of uitsluitend, voor rekening komen van één of meer andere belanghebbenden die door de rechter zijn aangewezen.