Artikel 208 (Algemene bepalingen incidentele vorderingen)
1. Incidentele vorderingen worden ingesteld bij dagvaarding of bij met redenen omklede conclusie. De artikelen 85, 86, 87, achtste lid, 128 en 133 zijn van toepassing.
2. De rechter kan in bijzondere gevallen het nemen van conclusies van repliek en dupliek toestaan.
3. Incidentele vorderingen worden zoveel mogelijk tegelijk ingesteld.
Uitleg in duidelijke taal
1. Incidentele vorderingen worden ingesteld bij dagvaarding of bij met redenen omklede conclusie. De artikelen 85, 86, 87, achtste lid, 128 en 133 zijn van toepassing.
Dit betekent dat incidentele vorderingen gestart worden door middel van een dagvaarding of een conclusie die met redenen is omkleed. Hierbij zijn de artikelen 85, 86, 87, achtste lid, 128 en 133 van toepassing.
2. De rechter kan in bijzondere gevallen het nemen van conclusies van repliek en dupliek toestaan.
Dit houdt in dat de rechter in speciale situaties kan toestaan dat partijen conclusies van repliek en dupliek indienen.
3. Incidentele vorderingen worden zoveel mogelijk tegelijk ingesteld.
Dit stelt dat incidentele vorderingen, voor zover mogelijk, gelijktijdig moeten worden ingesteld.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBOVE:2025:4737 - Rechtbank Overijssel - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4631 - Rechtbank Overijssel - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17134 - Rechtbank Den Haag: bevoegdheidsincident is materieel verweer, geen grond voor schorsing - 17 september 2025
De Rechtbank van Den Haag wijst een bevoegdheidsincident af omdat de betwisting van de territoriale reikwijdte van een verbod een principaal verweer is, niet een bevoegdheidskwestie. Een verzoek tot schorsing wegens een EUIPO-nietigheidsprocedure wordt afgewezen omdat deze procedure pas na aanvang van de rechtszaak is gestart.