Artikel 152 (Vrije bewijsmiddelen en vrije bewijswaardering)
1. Bewijs kan worden geleverd door alle middelen, tenzij de wet anders bepaalt.
2. De waardering van het bewijs is aan het oordeel van de rechter overgelaten, tenzij de wet anders bepaalt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Bewijs kan worden geleverd door alle middelen, tenzij de wet anders bepaalt.
Dit betekent letterlijk dat bewijs mag worden geleverd door alle middelen, tenzij de wet hierover anders bepaalt.
2. De waardering van het bewijs is aan het oordeel van de rechter overgelaten, tenzij de wet anders bepaalt.
Dit betekent letterlijk dat de waardering van het bewijs aan het oordeel van de rechter is overgelaten, tenzij de wet hierover anders bepaalt.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:GHARL:2025:5816 - Werken tijdens ziekte: rechtsgeldig ontslag op staande voet ondanks privacyinbreuk - 25 augustus 2025
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een ontslag op staande voet rechtsgeldig is als een ziekgemelde werknemer elders werkt. Hoewel langdurige observatie door een recherchebureau een ongeoorloofde privacyinbreuk kan zijn, mag het bewijs toch worden gebruikt. Ernstige verwijtbaarheid leidt tot verval van de transitievergoeding.
ECLI:NL:RBLIM:2025:6780 - Rechtbank Limburg - 9 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:991 - Conclusie A-G: Kansschade na beroepsfout advocaat en bewijsaanbod - 12 september 2025
De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad het principale cassatieberoep te verwerpen, omdat het hof het bewijsaanbod van de cliënt als onvoldoende gespecificeerd mocht passeren en de kansschade mocht schatten. Het incidentele beroep over de beoordeling van subsidiaire grondslagen door het hof slaagt volgens de P-G wel.
ECLI:NL:GHARL:2025:4996 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 12 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4950 - Ontbindingsverzoek NS afgewezen wegens falende bewijslevering over stroomstootwapen - 31 juli 2025
De rechtbank wijst het ontbindingsverzoek van NS af. Ondanks een bewijsopdracht slaagt NS er niet in voldoende aannemelijk te maken dat een hoofdconducteur hetzelfde verboden stroomstootwapen langdurig bij zich droeg, omdat de getuigenverklaringen over het uiterlijk van het wapen tegenstrijdig zijn met eerdere beschrijvingen.