Artikel 131 (Beslissing mondelinge behandeling na antwoord)
Nadat de gedaagde voor antwoord heeft geconcludeerd, beveelt de rechter een mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 87, tenzij hij oordeelt dat de zaak daarvoor niet geschikt is. Uiterlijk twee weken na het in de eerste volzin bedoelde tijdstip beslist de rechter hieromtrent. Tegen deze beslissing staat geen hogere voorziening open.
Uitleg in duidelijke taal
Nadat de gedaagde voor antwoord heeft geconcludeerd, beveelt de rechter een mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 87, tenzij hij oordeelt dat de zaak daarvoor niet geschikt is. Uiterlijk twee weken na het in de eerste volzin bedoelde tijdstip beslist de rechter hieromtrent. Tegen deze beslissing staat geen hogere voorziening open.
Dit artikel bepaalt dat nadat de gedaagde voor antwoord heeft geconcludeerd, de rechter in beginsel een mondelinge behandeling zal bevelen, zoals omschreven in artikel 87. Een uitzondering hierop is als de rechter oordeelt dat de zaak daarvoor niet geschikt is. De rechter moet uiterlijk twee weken nadat de gedaagde voor antwoord heeft geconcludeerd een beslissing nemen over het al dan niet houden van een mondelinge behandeling. Tegen deze specifieke beslissing over de mondelinge behandeling staat geen hogere voorziening open.