Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk III. De waardebepaling
Artikel 16Artikel 16
Laatste versie
Voor de toepassing van de wet wordt als één onroerende zaak aangemerkt:
- een gebouwd eigendom;
- een ongebouwd eigendom;
- een gedeelte van een in onderdeel a of onderdeel b bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- een samenstel van twee of meer van de in onderdeel a of onderdeel b bedoelde eigendommen of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
- een geheel van twee of meer van de in onderdeel a of onderdeel b bedoelde eigendommen, of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan, of in onderdeel d bedoelde samenstellen, dat naar de omstandigheden beoordeeld één terrein vormt bestemd voor verblijfsrecreatie en dat als zodanig wordt geëxploiteerd;
- het binnen de gemeente gelegen deel van een in onderdeel a of onderdeel b bedoeld eigendom, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan, van een in onderdeel d bedoeld samenstel of van een in onderdeel e bedoeld geheel.
Gerelateerde rechtspraak
Rechtbank Overijssel
ECLI:NL:RBOVE:2025:5142 - Rechtbank Overijssel - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5142•5 augustus 2025•Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Belastingrecht•Lokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Oost-Brabant
ECLI:NL:RBOBR:2025:4972 - Rechtbank Oost-Brabant - 8 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4972•8 augustus 2025•Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Belastingrecht•Lokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Bestuursrecht•Bestuursprocesrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
ECLI:NL:GHARL:2025:4767 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 29 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4767•29 juli 2025•Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Belastingrecht•Lokale Belastingen, Procesrecht Belastingen