Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk III. De waardebepaling
Artikel 16Artikel 16
Laatste versie
Voor de toepassing van de wet wordt als één onroerende zaak aangemerkt:
- een gebouwd eigendom;
- een ongebouwd eigendom;
- een gedeelte van een in onderdeel a of onderdeel b bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- een samenstel van twee of meer van de in onderdeel a of onderdeel b bedoelde eigendommen of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
- een geheel van twee of meer van de in onderdeel a of onderdeel b bedoelde eigendommen, of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan, of in onderdeel d bedoelde samenstellen, dat naar de omstandigheden beoordeeld één terrein vormt bestemd voor verblijfsrecreatie en dat als zodanig wordt geëxploiteerd;
- het binnen de gemeente gelegen deel van een in onderdeel a of onderdeel b bedoeld eigendom, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan, van een in onderdeel d bedoeld samenstel of van een in onderdeel e bedoeld geheel.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
8 uitspraken gevonden
Rechtbank Oost-Brabant
ECLI:NL:RBOBR:2025:6206 - Rechtbank Oost-Brabant - 8 oktober 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:6206•8 oktober 2025•Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel Recht•Verbintenissenrecht
Rechtbank Overijssel
ECLI:NL:RBOVE:2025:5142 - Rechtbank Overijssel - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5142•5 augustus 2025•Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Belastingrecht•Lokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken
ECLI:NL:HR:2025:1211 - WOZ: beoordeling van een 'samenstel van eigendommen' vereist integrale weging - 12 september 2025
ECLI:NL:HR:2025:1211•12 september 2025•Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
De Hoge Raad oordeelt dat voor de vraag of onroerende zaken een samenstel vormen (art. 16 Wet WOZ), alle omstandigheden in onderlinge samenhang moeten worden gewogen. Organisatorische samenhang is niet doorslaggevend; ook geografische afstand en de mogelijkheid van afzonderlijk gebruik spelen een cruciale rol.
Belastingrecht•Lokale Belastingen
Rechtbank Den Haag
ECLI:NL:RBDHA:2025:16573 - Rechtbank Den Haag - 5 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16573•5 september 2025•Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Belastingrecht•Lokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
ECLI:NL:GHARL:2025:5448 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 2 september 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5448•2 september 2025•Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Belastingrecht•Lokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Oost-Brabant
ECLI:NL:RBOBR:2025:4972 - Rechtbank Oost-Brabant - 8 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4972•8 augustus 2025•Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Belastingrecht•Lokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Bestuursrecht•Bestuursprocesrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
ECLI:NL:GHARL:2025:4767 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 29 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4767•29 juli 2025•Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Belastingrecht•Lokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Noord-Holland
ECLI:NL:RBNHO:2025:7734 - Rechtbank Noord-Holland - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:7734•9 juli 2025•Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Belastingrecht•Lokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Bestuursrecht•Bestuursprocesrecht