ECLI:NL:RBOBR:2025:6206 - Rechtbank Oost-Brabant - 8 oktober 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/412534 / HA ZA 25-112
Vonnis van 8 oktober 2025
in de zaak van
[eiseres] B.V., te [vestigingsplaats] , eisende partij, hierna te noemen: [eiseres] , advocaat: mr. F.J. Webbink,
tegen
ENEXIS NETBEHEER B.V., te ’s-Hertogenbosch, gedaagde partij, hierna te noemen: Enexis, advocaat: mr. E.H. de Jonge.
Samenvatting Deze zaak gaat over de vraag of Enexis als netbeheerder contractueel gehouden is om een zogeheten bouwaansluiting te realiseren voor een bouwproject van [eiseres] en over de aansluit- en transportverplichtingen van Enexis na voltooiing van dat project. De rechtbank komt tot het oordeel dat Enexis de bouwaansluiting moet realiseren. De overige vorderingen van [eiseres] worden afgewezen.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
de dagvaarding van 6 februari 2025 met producties,- de conclusie van antwoord met producties,
-
de akte overlegging productie tevens akte wijziging van eis met producties,- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
-
de mondelinge behandeling van 11 augustus 2025, waarbij door de advocaten van partijen is gesproken aan de hand van spreekaantekeningen en waarbij door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2. Ten slotte is bepaald dat er vonnis zal worden gewezen.
2 De feiten
2.1. Enexis is een netbeheerder in de zin van artikel 10 lid 9 van de Elektriciteitswet in onder meer de provincie Noord-Brabant. In dat kader is zij verantwoordelijk voor de realisatie van alle aansluitingen en het transport van elektriciteit op het door haar beheerde elektriciteitsnet.
2.2. Er is sprake van transportschaarste op het hoogspanningsnet van TenneT, waarmee het net van Enexis is verbonden. Hierdoor kan niet meteen transportvermogen worden geleverd aan commerciële partijen. Commerciële partijen komen op een wachtlijst.
2.3. Voor woningbouw geldt een maatschappelijke prioritering. Aansluitingen tot en met 3x80A (voor woningbouw) worden in principe altijd aangesloten en aanvragen komen niet op de wachtlijst.
2.4. [eiseres] is een ontwikkelaar van vastgoed en ontwikkelt een huisvestingsvoorziening voor arbeidsmigranten aan de [adres] in [plaats] (verder: de voorziening). In het ontwerp bestaat de voorziening uit 62 zelfstandige units, elk geschikt voor de huisvesting van vijf tot zes bewoners. Iedere unit heeft een eigen voordeur, keuken, douche en WC. Naast de units bevat de voorziening op de begane grond een portiersloge en een gemeenschappelijke recreatieruimte.
2.5. Op 7 maart 2023 heeft de heer [A] van [bedrijfsnaam A] (hierna: [A] ) namens [eiseres] een e-mail gestuurd aan de heer [B] , senior engineer bij Enexis (hierna: [B] ). De e-mail heeft als onderwerp ‘Nieuwe aansluitingen tbv migrantenhotel te [plaats] ’ en heeft als bijlagen diverse tekeningen en schetsen van de voorziening. In de e-mail staat onder meer:
“We zijn in opdracht van [eiseres] BV aan de [adres] te [plaats] in voorbereiding op de bouw van een nieuw Migrantenhotel. De vergunningsaanvraag hiervoor zal morgen worden ingediend. In de bijlage zijn de conceptstukken hiervoor meegestuurd. Eerder is al aangegeven dat het erg belangrijk is om de aansluitingen voor de bouw en nieuwbouw tijdig aan te vragen ivm doorlooptijden. We hebben de aansluitwaarde voor de nieuwbouw laten berekenen door onze E-installateur. Uitgangspunt is 1 hoofdaansluiting in een hoofdverdeelkast. Aansluitwaarde voor trafo op terrein is dan 1000KVA van waaruit de aansluiting wordt binnengebracht.
Verder zijn voor de bouw 2 bouwaansluitingen benodigd. lx 3x125Amp lx 3x80Amp”
2.6. [B] heeft [A] op 8 maart 2023 geschreven:
“Zoals zojuist besproken, info rondom geen vermogen kunnen leveren aan commerciële partijen: https://www.enexis.nl/zakelijk/aansluitingen/beperkte-capaciteit-afname Indien er gekozen word voor individuele aansluitingen moet elke woning voorzien zijn volgens een meterkast die voldoet aan het bouwbesluit, en moet elke woning een WOZ object zijn. We kunnen dan een normaal net-station plaatsen, en op de normale manier aanleggen.
Mochten er nog vragen zijn lijkt het me verstandig om een half uurtje samen te gaan zitten via teams, of hier op de zaak.”
2.7. Op 8 maart 2023 heeft [A] [B] voor zover relevant het volgende geschreven:
“Ik heb de opdrachtgever gesproken en vind dit toch wel een kwalijke zaak dat hij na reeds enkele jaren in voorbereiding nu zo wordt tegengewerkt in zijn ontwikkeling. Historisch gezien zaten hier al 2 panden. Dus waarom zou hier dan geen zakelijke aansluiting kunnen op basis van historische aansluitingen? Desalniettemin moeten de aansluitingen wel in gang gezet worden om geen vertraging te krijgen. Dus verzoek om vooral de melding te doen. We willen in het najaar 2023 gaan starten met de bouw. Dan moeten de bouwaansluiting 3x160Amp en 3x80Amp. Aanwezig zijn omdat we alles elektrisch moeten uitvoeren, dus graven, boren, betonpompen. En deze hebben de 3xl60Amp nodig om op te laden in de nacht.
Ik stel voor om in week 14, een nuts-overleg in te plannen voor afstemming over de definitieve manier van aansluiten. Wat zijn de mogelijkheden?”
2.8. Dezelfde dag heeft [B] daarop onder meer als volgt gereageerd:
“Uiteraard vind ik het ook heel vervelend maar dit ligt volledig buiten Enexis. Door de vele nieuwe aansluitingen en aanvragen is het bovenliggende net ven Tennet volgeraakt. Daarom kunnen we dus ook niet zeggen wanneer er vermogen vrij komt voor commerciële partijen. (Hebben jullie naar de info in de link gekeken?) Ook kunnen we geen grote bouwaansluiting leveren (>3x80A) gezien dit een commerciële ontwikkeling betreft. Uiteraard zijn jullie wel vrij om deze aanvragen te doen. Echter tot er vermogen wordt vrijgegeven vanuit Tennet, zullen wij geen vermogen kunnen leveren op deze aansluitingen.
(…)
Gezien bovenstaande heeft het geen zin om bij elkaar te komen voor een nuts overleg. Voor meer vragen, verwijs ik je graag door naar [e-mailadres] / [telefoonnummer]”
2.9. [A] heeft die dag daarop aan [B] gevraagd:
“Als we dan wel voor 63 huisaansluitingen gaan zoals jij eerder aan gaf en daarmee het project aanvragen en registreren in de BAG. Kunnen we dan wel over een 3x160Amp bouwaansluiting beschikken ten behoeve van de bouw van w o n i ng b o u w ?”
2.10. [B] heeft hierop geantwoord:
“Jazeker, als de aansluitingen individueel worden gerealiseerd, mag er een bouw aansluiting > 3x80A gemaakt worden.”
2.11. [eiseres] heeft op 10 maart 2023 de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor de voorziening ingediend .
2.12. Op 20 maart 2023 heeft [eiseres] een aanvraag gedaan voor een grootverbruik bouwaansluiting. Deze is op 24 maart 2023 door Enexis bevestigd.
2.13. Op 6 april 2023 heeft [A] aan mevrouw [C] van het Bovenregionaal Intake Team van Enexis (met onder meer [B] in de cc) het volgende geschreven:
“We hebben elkaar gesproken over de aanvraag voor een 3xl60A bouwaansluiting volgens aanvraagnr. [nummer] Ik begrijp van de opdrachtgever dat ze nog geen offerte van jullie hebben mogen ontvangen. Vandaag hebben we gesproken met [B] van Enexis over de 63 definitieve woonhuisaansluitingen en de daarvoor benodigde nieuw compactstation. Ook gesproken over de lopende grootzakelijke bouwaansluiting. Zijn advies is om deze aansluiting direct langs het nieuwe compactstation te plaatsen en dan een 3x250A aansluiting toe te passen. Hier voorkom ik een separate 3x80A aansluiting voor de vaste bouwkraan. Ook de transportwaarde wil ik wat aanpassen naar 80kW. Ik heb in bijlage schetsmatig aangegeven waar het nieuwe compactstation en bouwaansluiting moet komen. Op de vraag over goedkeuring van de gemeente verwijs ik u naar de bijgaande mail. [B] van Enexis gaf echter aan dat goedkeuring voor een grootzakelijke bouwaansluiting voor de bouw van een woongebouw geen expliciete goedkeuring van de gemeente vraagt. De informatie dat het om wonen gaat is dan al bekend bij Enexis. U kunt hem hierover ook benaderen. We verzoeken u om de offerte z.s.m. te versturen aan [eiseres] conform onze aanvraag, zodat we opdracht kunnen verstrekken en ook het compactstation besteld kan worden en voorbereid. Bij vragen zie ik graag uw reactie tegemoet,”
2.14. Enexis heeft geantwoord dat de aanvraag van [eiseres] is doorgezet naar de engineer voor het opstellen van een offerte en [eiseres] deze binnen tien werkdagen kan verwachten.
2.15. Enexis heeft op 11 april 2023 een door Enexis ondertekende offerte naar [eiseres] gestuurd voor de aanleg van de bouwaansluiting, type 3 x 250 A MS/LS met een gecontracteerd vermogen afname van 80 kW. [eiseres] heeft die op 12 april 2023 door ondertekend.
2.16. Op 13 april 2023 hebben [eiseres] en Enexis een overeenkomst aansluiting en transport van elektriciteit (verder: de ATO) ondertekend. Hierin wordt een transportvermogen van 80 kW gecontracteerd voor de bouw van de voorziening.
2.17. Namens [eiseres] is op 7 december 2023 bij Enexis navraag gedaan naar de stand van zaken. In deze e-mail aan mevrouw [D] , relatiemanager Grootzakelijk bij Enexis (hierna: [D] ) staat onder meer:
“In het verleden heb ik, namens initiatiefnemer dhr. [eiseres] , veelvuldig contact gehad met uw engineers over de stand van zaken mbt de aangevraagde bouwaansluiting. In eerste instantie waren deze gesprekken positief, maar gaandeweg werd duidelijk dat er een interne discussie is over de realisatie van deze bouwaansluiting.”
2.18. [D] heeft op 11 december 2023 gereageerd:
“Excuses voor deze late reactie. Er was intern afstemming nodig omdat ik dit project niet ken en eigenlijk voor mij nog steeds niet duidelijk is wat voor aansluiting u voor de bouw en in de definitieve situatie nodig hebt. • De offerte waarnaar u verwijst is voor een 3x250A bouwaansluiting, geen 3x80A aansluiting. Dit is van belang omdat transportschaarste op dit moment alleen relevant is voor grootverbruikers (aansluitingen > 3x80A); •De offerte is uitgebracht op basis van uw informatie dat het een bouwaansluiting is voor een woonproject waar in de definitieve situatie de woningen elk recht hebben op een eigen huisaansluiting (ofwel: elke woning vormt een separaat WOZ-object). Alleen op deze voorwaarde ontstaat recht op een tijdelijke grootverbruikaansluiting met recht op transport voor de bouw van de woningen; • ACM heeft een nieuw codebesluit prioriteringsruimte transportverzoeken in het vooruitzicht gesteld, zie Brede steun voor maatschappelijk prioriteren, ACM roept netbeheerders op aan de slag te gaan |ACM.nl. Zolang dit codebesluit niet definitief is, is beleid van Enexis om niet te prioriteren en voorlopig transportvermogen voor grootverbruikaansluitingen (indien beschikbaar) first come, first served te blijven toekennen; • Woonvormen waarbij de woningen geen aparte WOZ-objecten zijn en een aansluiting > 3x80A nodig is, hebben op dit moment geen uitzonderingspositie ten opzichte van andere grootverbruikers in gebieden met netcongestie.
Hoe nu verder met het project aan de [adres] ? • Zijn de woonunits separate WOZ-objecten? Dan kun u per woonunit een huisaansluiting aanvragen. Wij realiseren dan ook volgens offerte de bouwaansluiting van 3x250A met recht op 80 kW transportvermogen tijdens de bouwperiode; • Zijn de woonunits geen separate WOZ-objecten? Dan hebt u recht op één aansluiting. Volstaat 3x80A? Dan kunt u daarvoor een offerte aanvragen. Hebt u meer nodig dan 3x80A voor de bouw of daarna? Dan kunt u een offerte aanvragen voor een aansluiting zonder recht op transport. Uw transportverzoek komt dan op de wachtlijst.
Wilt u aangeven welke situatie van toepassing is op dit project?”
2.19. Op 17 april 2024 heeft [D] onder meer aan [eiseres] per e-mail geschreven:
“Zoals vanmiddag besproken: • Enexis gaat eenzijdig de overeenkomst voor aansluiting en transport voor de (tijdelijke) aansluiting met EAN 871687910000524040 aanpassen door wijzigen van het gecontracteerd vermogen voor afname van 80 naar 0 kW. Eerder is 80 kW overeengekomen op grond van de verklaring dat de aansluiting nodig was voor de bouw van woningen met recht op eigen huisaansluitingen. Dit blijkt achteraf niet het geval. Daarmee vervalt het recht op transportvermogen omdat deze aansluiting zich bevindt in een gebied met netcongestie. De aanvraag voor 80 kW transportvermogen plaatsen wij op de wachtlijst. [eiseres] ontvangt een nieuwe bijlage bij de overeenkomst waarin het nieuwe contractvermogen is opgenomen; • Als de uitgangspunten op basis waarvan dit besluit is genomen veranderen (bijvoorbeeld: de gemeente kwalificeert de woonunits in het migrantenhotel alsnog als separate WOZ-objecten of de wetgever bepaalt dat dit type huisvesting prioriteit krijgt boven andere grootverbruikers in gebieden met netcongestie), toetsen wij de aanvraag opnieuw aan de dan geldende criteria; • De opdracht voor realisatie van bovengenoemde bouwaansluiting (volgens offerte met kenmerk [nummer] ) blijft in stand, maar voert Enexis op uitdrukkelijk verzoek van de opdrachtgever voorlopig niet uit. Dit heeft tot gevolg dat Enexis de opdracht niet in de planning opneemt en geen voorbereidende werkzaamheden uitvoert tot de opdrachtgever opnieuw verzoekt om uitvoering. Als de opdrachtgever opdracht geeft voor uitvoering, realiseert Enexis de aansluiting tegen de tarieven die gelden in het jaar van uitvoering. De extra kosten die daaruit volgen brengen wij als meerwerk in rekening. De opdrachtgever mag de opdracht op elk moment ontbinden onder de algemene voorwaarden die voor deze opdracht gelden.”
2.20. Enexis heeft [eiseres] een bijlage met het nieuwe contractvermogen toegestuurd.
2.21. Namens [eiseres] is bij brief van 25 april 2024 onder meer bezwaar gemaakt tegen het eenzijdig wijzigen van het gecontracteerd vermogen.
2.22. Hierna is er contact geweest tussen [eiseres] en de gemeente [plaats] over de vraag of sprake kan zijn van 62 WOZ-objecten. Mevrouw [E] , projectleider Stedelijke Ontwikkeling bij de gemeente [plaats] , heeft de bij de voorziening betrokken architect als volgt bericht:
“Jij stelde ons de vraag:
“Als erop een bepaald moment sprake is van 1 logiesgebouw met 62 appartementsrechten, is er dan ook sprake van 62 woz objecten?”
Ik heb deze voorgelegd bij onze jurist. Het antwoord op deze vraag is ja. Dit volgt uit artikel 16 onder c van de Wet Waardering Onroerende Zaken.”
2.23. Bij brief van 18 september 2024 heeft (de toenmalige gemachtigde van) [eiseres] Enexis verzocht haar standpunt over de aansluiting van de voorziening op het elektriciteitsnet wegens gewijzigde omstandigheden te heroverwegen. [eiseres] wijst daarbij op de e-mail van mevrouw [E] aan de architect en (de toelichting bij) het codebesluit van de Autoriteit Consument & Markt dat per 1 oktober 2024 van kracht zal worden.
2.24. Bij brief van 2 oktober 2024 heeft Enexis (de gemachtigde van) [eiseres] onder meer geschreven:
“Enexis stelt zich niet op het standpunt dat [eiseres] Enexis daarmeebewustop het verkeerde been heeft gezet. Feit is wel dat Enexis uitging van de situatie dat er sprake was van woningbouw. Om die reden is de bouwaansluiting met transportvermogen toegekend. Enexis was in de veronderstelling dat [eiseres] zou voorzien in woningbouw waarbij sprake is van zelfstandige woningen die elk recht hebben op een eigen kleinverbruikaansluiting. Enkel voor die situatie biedt Enexis transportvermogen op een bouwaansluiting. Toen later bleek dat het feitelijk gaat om één gebouw met daarin verschillende kamers die niet zijn bedoeld voor zelfstandige bewoning heeft Enexis het transportvermogen teruggenomen. Enexis had, indien zij een juiste voorstelling van zaken had gehad, nooit een bouwaansluiting willen realiseren en daarop transportvermogen willen toekennen.”
[…]
Enexis neemt thans kennis van het feit dat de gemeente[gemeente [plaats] , rb.]in het gebouw 62 verschillende WOZ-objecten heeft gecreëerd. Daarmee bestaat volgens Enexis nog geen recht op 62 kleinverbruikaansluitingen. Uitgangspunt is dat er een recht bestaat op één aansluiting per WOZ-object. In de jurisprudentie is bepaald dat ondanks het bestaan van meerdere WOZ-objecten een aanvrager toch niet recht heeft op meerdere aansluitingen, indien feitelijk gezien sprake is van één geheel.”
[…]
In dit geval is voor zover Enexis kan beoordelen sprake van één eigenaar en één pand waarbij het doel is om in dat pand een aantal kamers te creëren waarop meerdere tijdelijke arbeidsmigranten verblijven. Er is geen sprake van 62 afzonderlijke woongedeeltes waarbij elk van die gedeeltes een eigen ingang heeft, eigen sanitaire voorzieningen en een eigen meterkast. Derhalve meent Enexis niet gehouden te zijn om transportvermogen op de bouwaansluiting toe te kennen. Ook zal Enexis niet 62 afzonderlijke kleinverbruikaansluitingen realiseren, indien deze na de bouw worden aangevraagd.”
2.25. Bij brief van 15 november 2024 heeft mr. Webbink Enexis onder meer verzocht dan wel gesommeerd de ATO na te komen en dat te bevestigen.
2.26. Enexis heeft bij e-mail van 26 november 2024 onder meer geantwoord dat niet te zullen doen en bij e-mail van 9 december 2024 geschreven de ATO op grond van dwaling te vernietigen. Ook schrijft Enexis:
“Uit uw antwoorden op de vragen in mijn vorige e-mail blijkt dat sprake zal zijn van één partij die eigenaar is van het pand en die een leveringsovereenkomst wenst te sluiten. Er zal geen sprake zijn van 62 eigenaren die elk een eigen leveringscontract sluiten terwijl dit wel geboden is bij een situatie van 62 WOZ-objecten en 62 kleinverbruikaansluitingen. Zelfs als de gemeente hier willens en wetens 62 WOZ-objecten zou creëren dan zal Enexis zich op het standpunt stellen dat feitelijk gezien sprake is van één WOZ-object waarbij er geen recht bestaat op 62 kleinverbruikaansluitingen. Enexis zou in dat geval dit als een kunstgreep zien om de transportschaarste te omzeilen.”
2.27. Op 24 juli 2025 heeft [eiseres] bij Enexis een aanvraag gedaan voor een grootverbruikaansluiting met aansluitwaarde van 630 kVA en de bijbehorende transportcapaciteit voor het afnemen en terugleveren van elektriciteit. In ruimte voor opmerkingen staat:
“Deze aanvraag wordt gedaan ter behoud van rechten. Er wordt met Enexis ook nog een discussie gevoerd over de vraag of er meerdere kleinverbruikaansluitingen moeten worden gerealiseerd.”
3 Het geschil
3.1. [eiseres] B.V. vordert, na wijziging van eis, – samengevat – en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. veroordeling van Enexis om uitvoering te geven aan de ATO, II. veroordeling van Enexis tot het betalen van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat geen uitvoering wordt gegeven aan de ATO, tot een maximum van € 1.000.000,-, III. primair:
een verklaring voor recht dat Enexis direct na afronding van de bouw gehouden is om op aanvraag van [eiseres] ten behoeve van de 62 huisvestingseenheden (kleinverbruik)aansluitingen met een doorlaatwaarde van 3x25A te realiseren, alsmede één aansluiting van 3x80A ten behoeve van de centrale voorzieningen in het gebouw en op deze aansluitingen voldoende transportvermogen ter beschikking te stellen,
subsidiair:
een verklaring voor recht dat Enexis gehouden is om direct na het realiseren van een aansluiting ten behoeve van de voorziening op deze aansluiting een transportvermogen van 400kW (afname) en 93 kW (teruglevering) ter beschikking te stellen,
meer subsidiair:
een verklaring voor recht dat Enexis gehouden is om direct na afronding van de bouw van de huisvestingsvoorziening op aanvraag van [eiseres] ten behoeve van deze voorziening voldoende transportcapaciteit ter beschikking te stellen,
uiterst subsidiair:
een verklaring voor recht dat Enexis ervan dient uit te gaan dat de aanvraag is ingediend op 13 april 2023,
IV. veroordeling van Enexis in de kosten van deze procedure, inclusief eventuele nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van twee weken na de datum van het vonnis tot aan de dag van volledige betaling.
3.2. Enexis voert verweer. Enexis concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
4 De beoordeling
Enexis moet de ATO nakomen
4.1. [eiseres] vordert nakoming van de ATO, op grond waarvan Enexis 80 kW ter beschikking moet stellen voor de bouw van de voorziening. Enexis stelt dat zij de ATO op grond van dwaling heeft vernietigd en daarom niet meer hoeft na te komen. Enexis stelt dat zij gedwaald heeft door inlichtingen van [eiseres] , waardoor zij in de veronderstelling verkeerde dat het zou gaan om woningbouwproject, waarbij elke woning een individueel WOZ-object zou zijn en er recht bestond op individuele aansluitingen. Volgens [eiseres] is er geen sprake van dwaling. [eiseres] stelt volledig transparant te zijn geweest over de bouwplannen en heeft geen relevante informatie achtergehouden, zoals zou moeten blijken uit de e-mailwisseling van 7 maart 2023. [eiseres] vordert verder een dwangsom van € 5.000,- per dag voor elke dag dat Enexis de veroordeling niet nakomt, tot een maximum van € 1.000.000,-.
4.2. De rechtbank oordeelt dat Enexis zich niet met succes op dwaling kan beroepen. Zij zal dus de ATO moeten nakomen. Enexis was bij het sluiten van de overeenkomst voldoende op de hoogte van de plannen van [eiseres] , althans kon dat zijn. Op 7 maart 2023 heeft [A] namens [eiseres] per e-mail aan Enexis laten weten dat het gaat om de bouw van een migrantenhotel. Bij die e-mail zijn diverse tekeningen gevoegd, waarop duidelijk te zien is hoe de voorziening eruit gaat zien en is ingericht. Dat [A] nadat hij geconfronteerd was met het probleem van de netcongestie voor commerciële partijen namens [eiseres] op 9 maart 2023 een mail heeft gestuurd, waarin hij spreekt over een keuze voor 63 huisaansluitingen ‘ten behoeve van de bouw van woningbouw’ doet daar niet aan af, ook al was het aanvankelijk de wens van [eiseres] om te kiezen voor één hoofdaansluiting. Enexis is daarom volgens de rechtbank voldoende geïnformeerd over de plannen die [eiseres] had. [eiseres] heeft verder geen onjuiste mededelingen gedaan die Enexis hebben bewogen tot het aangaan van de ATO. Enexis moest namelijk zelf beoordelen of [eiseres] in aanmerking kwam voor de verstrekte bouwaansluiting. Enexis heeft kennelijk niet doorgevraagd over de specifieke kenmerken van de voorgenomen bouw en heeft niet onderzocht of het een of meer afzonderlijke WOZ-objecten betrof en of er aanspraak kon worden gemaakt op kleinverbruikersaansluitingen. Dit heeft zij pas gedaan nadat de ATO door partijen was getekend. Ook heeft zij voorafgaand aan het sluiten van de ATO geen duidelijk voorbehoud gemaakt dat zij zelf nog een oordeel moest vellen over de WOZ-status van de eenheden en dat dit er alsnog aan in de weg kon staan dat de bouwaansluiting zou worden gerealiseerd.
4.3. De rechtbank wijst ook de gevorderde dwangsom toe, maar matigt de dwangsom tot een bedrag van € 2.000,- per dag met een maximum van € 400.000,-. Enexis heeft namelijk enerzijds verweer gevoerd tegen de dwangsom, maar niet gesteld dat zij hoe dan ook zal voldoen aan een eventuele toewijzing van de vordering tot nakoming. Overigens heeft [eiseres] niet aangegeven binnen welke termijn het transportvermogen aan [eiseres] ter beschikking moet worden gesteld. De rechtbank bepaalt die termijn op twee weken na betekening van het vonnis.
De aansluiting van de voorziening op het elektriciteitsnet na afronding van de bouw
De 63 kleinverbruik aansluitingen
4.4. [eiseres] vordert primair een verklaring voor recht dat Enexis direct na afronding van de bouw gehouden is om op aanvraag van [eiseres] 63 kleinverbruik aansluitingen te realiseren en op deze aansluitingen voldoende transportvermogen ter beschikking te stellen. De 63 aansluitingen bestaan uit 62 kleinverbruik aansluitingen voor de huisvestingseenheden met een doorlaatwaarde van 3x25A en één kleinverbruik aansluiting van 3x80A ten behoeve van de centrale voorzieningen in het gebouw. Ter zitting heeft [eiseres] toegelicht dat is gekozen voor een verklaring voor recht, omdat hij geen nakoming van een overeenkomst kan vorderen, aangezien er op dit punt nog geen overeenkomst met Enexis tot stand is gekomen.
4.5. Volgens Enexis moet deze vordering van [eiseres] worden afgewezen. Enexis voert aan dat [eiseres] een grootverbruikaansluiting van 630 kVA met 400 kW transportvermogen heeft aangevraagd. Volgens Enexis kan [eiseres] niet op elk moment kiezen voor ofwel één grootverbruikaansluiting, ofwel meerdere kleinverbruikaansluitingen. Bovendien kan een verzoeker die in aanmerking komt voor een grootverbruik aansluiting niet zomaar kiezen voor meerdere kleinverbruik aansluitingen, omdat er sprake is van transportschaarste. Verder kunnen er volgens Enexis geen kleinverbruik aansluitingen gerealiseerd worden als daarvoor niet de vereiste WOZ-beschikkingen zijn afgegeven. Tot slot zou Enexis, ook bij het afgeven van 62 afzonderlijke WOZ-beschikkingen, niet gehouden zijn om meerdere kleinverbruik aansluitingen te realiseren. Er is volgens Enexis dan sprake van een feitelijk samenstel in de zin van artikel 16, aanhef en sub d van de Wet waardering onroerende zaken (verder: Wet WOZ), omdat het migrantenhotel één pand is dat eigendom wordt van één eigenaar.
4.6. De rechtbank overweegt als volgt. [eiseres] heeft bij Enexis een aanvraag gedaan voor een grootverbruik aansluiting. Zij heeft geen aanvraag gedaan voor meerdere kleinverbruik aansluitingen. Bij gebrek aan een concrete aanvraag, met opgave van alle voor de gewenste kleinverbruiker aansluitingen benodigde gegevens, en bij gebrek aan een definitief verstrekte omgevingsvergunning en exacte tekeningen kan de rechtbank niet bepalen of Enexis gehouden is direct na afronding van de bouw kleinverbruiker aansluitingen te realiseren. Daarom wijst de rechtbank de primaire vordering af.
4.7. De rechtbank overweegt nog dat vooralsnog niet vaststaat dat [eiseres] geen recht heeft op meerdere kleinverbruikaansluitingen. Het (enkele) verweer van Enexis dat er geen vergunning voor kleinverbruikaansluitingen kan worden verleend, omdat er geen WOZ-beschikking(en) voorliggen gaat echter niet op. Enexis moet namelijk een eigen afweging maken en zij is daarbij niet afhankelijk van de vaststelling van WOZ-beschikkingen door de gemeente. De rechtbank sluit voor dit oordeel aan bij diverse uitspraken van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, waarin is bepaald dat de objectafbakening zoals deze blijkt uit de WOZ-beschikking niet bepalend is voor de vraag of een aanbieder een verzochte aansluiting moet realiseren (zie ECLI:NL:CBB:2020:382, ECLI:NL:CBB:2020:364 en ECLI:NL:CBB:2019:658).
4.8. Meer in het algemeen overweegt de rechtbank dat in het geval het gaat om individuele eenheden voor een specifiek aantal bewoners met een eigen afsluitbare deur en eigen keuken, douche en wc, er in beginsel is voldaan aan de definitie van artikel 16, aanhef en onder c van de Wet WOZ. In dit verband wijst de rechtbank nog op het oordeel van de Hoge Raad dat het ontbreken van aparte nutsvoorzieningen niet van doorslaggevend belang is voor de vraag of sprake is van een afzonderlijke onroerende zaak in de zin van artikel 16 aanhef en onderdeel c Wet WOZ (ECLI:NL:HR:2024:327). Verder heeft het gerechtshof Arnhem geoordeeld dat wanneer woningen blijkens hun indeling en inrichting zijn bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, er geen aparte meters voor gas, water en elektra hoeven te zijn (ECLI:NL:GHARN:2012:BW9134).
4.9. Ten slotte gaat de rechtbank nog meer in het algemeen in op de vraag wanneer sprake is van een feitelijk samenstel.. Op grond van artikel 16, onderdeel d, van de Wet WOZ worden objecten die in beginsel op grond van het bepaalde in artikel 16, onderdeel a, b en c als afzonderlijke objecten kunnen worden aangemerkt, samengevoegd tot één object. De eigendommen moeten dan bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen.
4.10. Conclusie is dat de rechtbank de primaire vordering van [eiseres] zal afwijzen. Of Enexis gehouden is om na een aanvraag kleinverbruikaansluitingen te realiseren zal door Enexis moeten worden beoordeeld als die aanvraag wordt gedaan.
De aansluiting voor 400 kW en 93 kW
4.11. [eiseres] vordert subsidiair een verklaring voor recht dat Enexis (voldoende) transportcapaciteit van 400 kW (afname) en 93 kW (teruglevering) ter beschikking moet stellen ten behoeve van een (groot)verbruikaansluiting.
4.12. Enexis betwist de vordering van [eiseres] . De vordering specificeert niet op welk moment Enexis de aansluiting gerealiseerd zou moeten hebben. Daarnaast kan de aansluiting pas gerealiseerd worden wanneer er weer voldoende transportcapaciteit is, aldus Enexis.
4.13. De rechtbank wijst de subsidiaire vordering van [eiseres] af, omdat Enexis momenteel geen transportcapaciteit voor een grootverbruikaansluiting kan aanbieden. Enexis hoeft ook geen grootverbruikaansluiting aan te bieden, omdat nog sprake is van transportschaarste.
Ter beschikking stellen voldoende transportcapaciteit
4.14. [eiseres] vordert meer subsidiair een verklaring voor recht dat Enexis gehouden is om direct na afronding van de bouw van de huisvestingsvoorziening op aanvraag van [eiseres] voldoende transportcapaciteit ter beschikking te stellen. Het doel van deze vordering is aldus [eiseres] om duidelijk te maken dat zij recht heeft op voldoende transportcapaciteit, waarbij de precieze vorm (klein- of grootverbruikaansluiting) in het midden kan blijven.
4.15. Enexis betwist de meer subsidiaire vordering van [eiseres] . [eiseres] heeft namelijk al een verzoek om een aansluiting en transportcapaciteit gedaan in de vorm van een grootverbruikaansluiting. Daarnaast kan Enexis enkel transportcapaciteit ter beschikking stellen, als er voldoende transportcapaciteit beschikbaar is.
4.16. De rechtbank wijst de meer subsidiaire vordering van [eiseres] af. Het staat nog niet vast of [eiseres] recht heeft op kleinverbruikaansluitingen. Verder is nog onbekend wanneer de bouw is afgerond en wat op dat moment de situatie is op het elektriciteitsnet.
De datum aanvraag aansluiting
4.17. [eiseres] vordert een verklaring voor recht dat Enexis ervan dient uit te gaan dat de aanvraag voor grootverbruik is ingediend op 13 april 2023. Volgens [eiseres] heeft Enexis het vertrouwen gewekt dat er geen noodzaak meer bestond voor een goede plaats in de wachtrij, omdat er kleinverbruikaansluitingen gerealiseerd zouden worden en daarvoor geen wachtrij geldt.
4.18. Enexis betwist de vordering van [eiseres] . Enexis heeft op geen enkel moment toegezegd dat [eiseres] in aanmerking zou komen voor kleinverbruik aansluitingen.
4.19. De rechtbank wijst de uiterst subsidiaire vordering van [eiseres] af. De aanvraag is nu eenmaal niet ingediend op 13 april 2023 en er stond [eiseres] niets in de weg om dat wel te doen.
Partijen moeten zelf de proceskosten betalen
4.20. Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5 De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Enexis tot uitvoering van de met [eiseres] overeengekomen ATO binnen een termijn van twee weken na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 2.000,- per dag tot een maximum van € 400.000,-,
5.2. compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3. verklaart de veroordeling onder 5.1. uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Bik en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2025.
1807