Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Criteria voor en doelen van verplichte zorg
Artikel 3:3

Artikel 3:3

Laatste versie

Indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis, niet zijnde een psychogeriatrische aandoening, verstandelijke handicap, of een op grond van artikel 1, vierde lid, of onder toepassing van artikel 24, vierde lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten daarmee gelijkgestelde ziekte of aandoening, leidt tot ernstig nadeel kan als uiterste middel verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:1 worden verleend, indien:

a. er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn;

b. er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn;

c. het verlenen van verplichte zorg, gelet op het beoogde doel van verplichte zorg evenredig is; en

d. redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1271 - Wvggz of Wzd: Welke wet is voorliggend bij multi-problematiek?

ECLI:NL:HR:2020:127110 juli 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij multi-problematiek bepaalt de stoornis die ‘voorliggend is’ en de actuele zorgbehoefte bepaalt, de toepasselijke wet (Wvggz/Wzd). Een machtiging tot verplichte zorg kan ook zonder verzet worden verleend als betrokkene wilsonbekwaam is en een vertegenwoordiger ontbreekt, om noodzakelijke zorg te waarborgen.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:559

ECLI:NL:HR:2022:5598 april 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:983 - Zorgmachtiging is vrijheidsbenemende maatregel bij toetsing voorlopige hechtenis

ECLI:NL:HR:2022:98312 juli 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een door de strafrechter opgelegde zorgmachtiging (Wfz) die leidt tot opname, moet bij de beoordeling van de voorlopige hechtenis worden aangemerkt als een 'tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel' in de zin van art. 67a lid 3 Sv, ondanks het civielrechtelijke karakter.

StrafrechtStrafprocesrecht
Civiel RechtGezondheidsrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:534 - Strafrechter mag zorgmachtiging opleggen zonder verzoek van de officier van justitie

ECLI:NL:HR:2021:5349 april 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De strafrechter kan op grond van art. 2.3 Wfz ambtshalve een zorgmachtiging afgeven, ook als de officier van justitie geen verzoekschrift indient. Om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen, mag de rechter de officier van justitie bevelen de relevante Wvggz-documenten te verstrekken.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1357

ECLI:NL:HR:2021:135724 september 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1850 - Gedwongen anticonceptie onder de Wvggz: een zeer beperkte grondslag

ECLI:NL:HR:2022:18509 december 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de Wvggz geen algemene grondslag biedt voor gedwongen anticonceptie. Dit is alleen mogelijk als medische handeling (art. 3:2 lid 2 sub a) indien zwangerschap of bevalling zelf een aanzienlijk risico op ernstige gezondheidsschade voor betrokkene meebrengt.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Gezondheidsrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:390

ECLI:NL:HR:2022:39018 maart 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak