Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 10. Klachtenprocedure en schadevergoeding
Paragraaf 2. De klachtprocedure
Artikel 10:3

Artikel 10:3

Laatste versie

1 Betrokkene, de vertegenwoordiger of een nabestaande van betrokkene kan een schriftelijke en gemotiveerde klacht indienen bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van artikel:

a. 1:5;

b. 4:1, tweede lid;

c. 7:3, met uitzondering van klachten betreffende de ambtenaar van politie;

d. 8:4;

e. 8:7;

f. 8:9;

g. 8:11;

h. 8:12;

i. 8:13;

j. 8:14;

k. 8:15;

l. 8:16, eerste, tweede en derde lid;

m. 8:17;

n. 8:18, achtste en twaalfde lid;

o. 8:20;

p. 8:21;

q. 8:34, met uitzondering van klachten betreffende de officier van justitie, de rechter, de psychiater, bedoeld in artikel 5:7, de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders;

r. 9:3;

s. 9:4;

t. 9:5;

u. 9:6;

v. 9:7;

w. 9:8;

x. 9:9.

2 Indien uitvoering wordt gegeven aan artikel 6:4, vierde en vijfde lid, of sprake is van de situatie zoals omschreven in artikel 8:12, achtste lid, kan betrokkene, de vertegenwoordiger of een nabestaande van betrokkene een schriftelijke en gemotiveerde klacht indienen bij de klachtencommissie over een beslissing op grond van artikel 3.4, eerste of tweede lid, van de Wet forensische zorg, artikelen 42, vijfde lid, 44, of hoofdstukken V, VI of VII van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:2096 - Klachtrecht Wvggz: Toetsing aan algemene beginselen en wilsbekwaamheid

ECLI:NL:HR:2020:209618 december 2020Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat bij een klacht over verplichte zorg (Wvggz) getoetst moet worden aan de algemene beginselen uit hoofdstuk 2. Art. 8:9 lid 4 Wvggz is een materiële norm, geen registratieplicht. Verplichte zorg bij een wilsbekwame is slechts beperkt mogelijk.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1042

ECLI:NL:HR:2022:10428 juli 2022Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:394

ECLI:NL:HR:2022:39418 maart 2022Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1508 - Wvggz: Voorwaardelijke zorgmachtiging toegestaan, nieuwe medische verklaring niet

ECLI:NL:HR:2020:150825 september 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een zorgmachtiging (Wvggz) mag ambulante zorg combineren met een voorwaardelijke opname in een accommodatie. De rechter kan echter niet als extra voorwaarde stellen dat een nieuwe medische verklaring nodig is als die opname later tijdens de looptijd van de machtiging plaatsvindt.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1162 - Wvggz: Toezegging onderzoek alternatieve opnamelocatie moet worden nagekomen

ECLI:NL:HR:2021:116216 juli 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een beslissing van de rechtbank over een gedwongen overplaatsing is onbegrijpelijk als een ter zitting gedane toezegging om alternatieve, minder ingrijpende locaties te onderzoeken, niet is nagekomen. De voorkeur van de betrokkene moet serieus worden meegewogen.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1048

ECLI:NL:HR:2023:10487 juli 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1732 - Wvggz: Geen nieuwe beslissing nodig bij ongewijzigde voortzetting verplichte zorg

ECLI:NL:HR:2023:17328 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Bij een ononderbroken en ongewijzigde voortzetting van verplichte zorg onder een aansluitende zorgmachtiging, is een zorgverantwoordelijke niet verplicht een nieuwe beslissing te nemen op grond van art. 8:9 Wvggz. De oorspronkelijke beslissing behoudt haar rechtskracht.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1047

ECLI:NL:HR:2023:10477 juli 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:825

ECLI:NL:HR:2024:8257 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:891

ECLI:NL:HR:2022:89117 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak