Artikel 69 (Vorming en bezetting pachtkamer)
1. Het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vormt voor het behandelen en beslissen van zaken als bedoeld in artikel 1019o, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, een meervoudige kamer onder de benaming van pachtkamer. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamer.
2. De pachtkamer bestaat uit drie rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en twee personen, niet zijnde rechterlijk ambtenaar, als deskundige leden. Op de deskundige leden zijn de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vormt voor het behandelen en beslissen van zaken als bedoeld in artikel 1019o, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, een meervoudige kamer onder de benaming van pachtkamer. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamer.
Dit lid bepaalt dat het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een meervoudige kamer, genaamd de pachtkamer, opricht (vormt). Deze pachtkamer is specifiek bedoeld voor het behandelen en beslissen van zaken zoals omschreven in artikel 1019o, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hetzelfde bestuur stelt ook de samenstelling (bezetting) van deze kamer vast.
2. De pachtkamer bestaat uit drie rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en twee personen, niet zijnde rechterlijk ambtenaar, als deskundige leden. Op de deskundige leden zijn de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g van overeenkomstige toepassing.
Dit lid specificeert dat de pachtkamer bestaat uit drie rechterlijke ambtenaren die met rechtspraak zijn belast en twee deskundige leden die geen rechterlijk ambtenaar zijn. Verder stelt dit lid dat de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g op deze deskundige leden op een vergelijkbare wijze (van overeenkomstige toepassing) gelden.