Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. Rechtspraak
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 2

Artikel 2 (Gerechten rechterlijke macht)

Laatste versie

De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn: a. de rechtbanken; b. de gerechtshoven; en c. de Hoge Raad.

Uitleg in duidelijke taal

De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn:

Dit betekent dat de volgende instanties tot de rechterlijke macht behoren en als gerechten worden aangemerkt:

a. de rechtbanken;

Dit betreft de rechtbanken.

b. de gerechtshoven; en

Dit betreft de gerechtshoven; en

c. de Hoge Raad.

Dit betreft de Hoge Raad.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad104x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1438 - Verkeerde eedformule rechter: uitspraak blijft desondanks geldig

ECLI:NL:HR:2022:143821 oktober 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het gebruik van een verkeerd eedformulier bij de beëdiging van een raadsheer is een onvolkomenheid, maar tast de rechtskracht van diens uitspraken niet aan. De kern van de ambtseed is bekrachtigd, waardoor de rechter als bevoegd wordt beschouwd.

BestuursrechtAmbtenarenrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1915:AG1773 - Guldemond/Noordwijkerhout: Bevoegdheid burgerlijke rechter bij overheidsingrijpen

ECLI:NL:HR:1915:AG177331 december 1915Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

Guldemond/Noordwijkerhout Arrest

De bevoegdheid van de burgerlijke rechter wordt bepaald door het recht waarop de eiser zijn vordering baseert (objectum litis). Indien de vordering is gegrond op een burgerlijk recht, is de burgerlijke rechter bevoegd, ongeacht of de overheid als verweerder een publiekrechtelijke verweer voert.

Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AV0050

ECLI:NL:HR:2006:AV005028 april 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:ZC1267

ECLI:NL:HR:1994:ZC126718 februari 1994Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1946:67

ECLI:NL:HR:1946:678 februari 1946Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA6337

ECLI:NL:HR:2000:AA633730 juni 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1946:49

ECLI:NL:HR:1946:4914 februari 1946Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1971:AB6018

ECLI:NL:HR:1971:AB601826 maart 1971Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
StaatsrechtVerkiezingsrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1941:10

ECLI:NL:HR:1941:104 juni 1941Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1936:134

ECLI:NL:HR:1936:13413 maart 1936Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Verbintenissenrecht