Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Het openbaar ministerie
Afdeling 1. Taken en bevoegdheden
Artikel 125

Artikel 125 (Uitoefening taken bevoegdheden Openbaar Ministerie)

Laatste versie

De taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie worden, op de wijze bij of krachtens de wet bepaald, uitgeoefend door: a. het College van procureurs-generaal; en b. rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 6° en 7°.

Uitleg in duidelijke taal

De taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie worden, op de wijze bij of krachtens de wet bepaald, uitgeoefend door:

Dit artikel bepaalt dat de taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie worden uitgevoerd, conform de wijze die bij of krachtens de wet is bepaald, door de volgende entiteiten: a. het College van procureurs-generaal; en

Dit specificeert dat het College van procureurs-generaal deze taken en bevoegdheden uitoefent;

b. rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 6° en 7°.

En dit specificeert dat rechterlijke ambtenaren, zoals omschreven in artikel 1, onderdeel b, onder 6° en 7° (van de Wet op de rechterlijke organisatie), deze taken en bevoegdheden eveneens uitoefenen.