Terug naar bibliotheek
§ 4. Rechten van de betrokkene
Artikel 25. (recht op inzage)

Artikel 25. (recht op inzage)

Laatste versie

1. De betrokkene heeft het recht om op diens schriftelijke verzoek van de verwerkingsverantwoordelijke binnen zes weken uitsluitsel te verkrijgen over de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens en, wanneer dat het geval is, om die persoonsgegevens in te zien en om informatie te verkrijgen over:

a. de doelen en de rechtsgrond van de verwerking; b. de betrokken categorieën van politiegegevens; c. de vraag of de deze persoon betreffende politiegegevens gedurende een periode van vier jaar voorafgaande aan het verzoek zijn verstrekt en over de ontvangers of categorieën van ontvangers aan wie de gegevens zijn verstrekt, met name ontvangers in derde landen of internationale organisaties; d. de voorziene periode van opslag of indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen; e. het recht te verzoeken om rectificatie, vernietiging of afscherming van de verwerking van hem betreffende politiegegevens; f. het recht een klacht in te dienen bij de Autoriteit persoonsgegevens, en de contactgegevens van die autoriteit; g. de herkomst, voor zover beschikbaar, van de verwerking van hem betreffende politiegegevens.

2. De verwerkingsverantwoordelijke kan zijn beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen, dan wel voor ten hoogste zes weken indien blijkt dat bij verschillende regionale eenheden of bij een landelijke eenheid van de politie politiegegevens over de verzoeker worden verwerkt. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3542 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:354222 mei 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2477 - Raad van State - 25 juni 2024

ECLI:NL:RVS:2024:247725 juni 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2922 - Rechtbank Midden-Nederland - 8 mei 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:29228 mei 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:232 - Raad van State - 23 januari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:23223 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2023:8238 - Rechtbank Amsterdam - 17 december 2023

ECLI:NL:RBAMS:2023:823817 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2479 - Raad van State - 25 juni 2024

ECLI:NL:RVS:2024:247925 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:13919 - Rechtbank Den Haag - 27 augustus 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1391927 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:13303 - Rechtbank Den Haag - 19 augustus 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1330319 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:5424 - Rechtbank Midden-Nederland - 16 september 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:542416 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:2602 - Raad van State - 25 juni 2024

ECLI:NL:RVS:2024:260225 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak