Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Openbaarmaking op verzoek
Artikel 4.1. Verzoek

Artikel 4.1. Verzoek

Laatste versie

1. Eenieder kan een verzoek om publieke informatie richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. In het laatste geval beslist het verantwoordelijke bestuursorgaan op het verzoek.

2. Een verzoek kan mondeling of schriftelijk worden ingediend en kan elektronisch worden verzonden op de door het bestuursorgaan aangegeven wijze.

3. De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen.

4. De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de aangelegenheid of het daarop betrekking hebbende document, waarover hij informatie wenst te ontvangen.

5. Indien een verzoek te algemeen geformuleerd is, verzoekt het bestuursorgaan binnen twee weken na ontvangst van het verzoek de verzoeker om het verzoek te preciseren en is het de verzoeker daarbij behulpzaam.

6. Het bestuursorgaan kan besluiten een verzoek niet te behandelen, indien de verzoeker niet meewerkt aan een verzoek tot precisering als bedoeld het vijfde lid. In afwijking van artikel 4:5, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt het besluit om het verzoek niet te behandelen aan de verzoeker bekendgemaakt binnen twee weken nadat het verzoek is gepreciseerd of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

7. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 5.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:4576 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 4 juli 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:45764 juli 2024Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:5702 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 augustus 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:570222 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:2690 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 5 mei 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:26905 mei 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:11387 - Rechtbank Den Haag - 19 juni 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1138719 juni 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3098 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 13 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:309813 mei 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2037 - Rechtbank Midden-Nederland - 4 april 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:20374 april 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:1418 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 25 februari 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:141825 februari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBZWB:2023:9074 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 december 2023

ECLI:NL:RBZWB:2023:907421 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBZWB:2023:9024 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 december 2023

ECLI:NL:RBZWB:2023:902421 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:5483 - Rechtbank Amsterdam - 1 september 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:54831 september 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak