Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 15. Inhouding bekostiging, schadevergoeding en strafbepalingen
Artikel 15.1. Inhouding bekostiging

Artikel 15.1. Inhouding bekostiging

Laatste versie

1. Onze Minister kan de rijksbijdrage, een voorschot daaronder begrepen, geheel of gedeeltelijk inhouden dan wel opschorten, indien:

a. een of meer organen van een instelling als bedoeld in artikel 1.4, 1.5 of 1.8 in strijd handelen met het bepaalde bij of krachtens deze wet; b. de raad van toezicht een aanwijzing als bedoeld in artikel 9.9a, 9.51, tweede lid, zesde volzin, 10.3e of 11.7a of een spoedaanwijzing als bedoeld in artikel 9.9b, 10.3e1 of 11.7b niet opvolgt; of c. het bestuur een aanwijzing als bedoeld in artikel 9.51, achtste lid, niet opvolgt.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien het instellingsbestuur, het personeel van een instelling of het accreditatieorgaan in strijd handelt met artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

3. Onze Minister kent de rijksbijdrage wederom toe, indien blijkt dat de reden voor de toepassing van het eerste of tweede lid is vervallen.