Artikel 4.2. Overneming van schulden bij een zorgverzekeraar of het Landelijk Bureau Invordering Ouderbijdragen gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag en partner
Onze Minister voldoet op aanvraag van een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet, of het Landelijk Bureau Invordering Ouderbijdragen de opeisbare schulden: a. die een aanvrager van een kinderopvangtoeslag die in aanmerking komt voor toepassing van een herstelmaatregel als bedoeld in artikel 2.7 of diens partner, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdelen b of c, op wie op 1 juni 2021 de wanbetalersregeling, bedoeld in artikel 18d of 18e van de Zorgverzekeringswet, van toepassing is, heeft bij een zorgverzekeraar; of b. die voortvloeien uit alimentatieverplichtingen van de persoon, bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, en waarvoor het Landelijk Bureau Invordering Ouderbijdragen de gemachtigde invorderaar is.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBNNE:2025:3169 - Rechtbank Noord-Nederland - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2939 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3564 - Raad van State - 30 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:10985 - Niet-ontvankelijk beroep na tegemoetkoming minister leidt toch tot proceskostenveroordeling - 16 september 2025
Een beroep wordt niet ontvankelijk verklaard omdat het bestuursorgaan tijdens de procedure volledig tegemoetkomt. Toch volgt een proceskostenveroordeling, omdat de noodzaak tot het instellen van beroep niet uitsluitend aan de handelwijze van eiseres te wijten was, ondanks dat zij pas in beroep nieuwe stukken aanleverde.