Artikel 17
1. Recht op uitkering ontstaat voor de werknemer indien hij in 36 kalenderweken onmiddellijk voorafgaand aan de eerste dag van werkloosheid in ten minste 26 kalenderweken ten minste één arbeidsuur per kalenderweek heeft.
2. Indien artikel 19, derde of vierde lid, toepassing heeft gevonden, ontstaat in afwijking van het eerste lid het recht op uitkering indien de werknemer in 36 kalenderweken onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop het arbeidsurenverlies is ingetreden in ten minste 26 kalenderweken ten minste één arbeidsuur per kalenderweek heeft.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBGEL:2025:7173 - Rechtbank Gelderland - 27 augustus 2025
ECLI:NL:PHR:2025:1019 - Conclusie A-G: WW-uitkering en de hoogte van de billijke vergoeding - 19 september 2025
De A-G adviseert dat bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening mag worden gehouden met een WW-uitkering. Of en in welke mate aftrek redelijk is, hangt af van de omstandigheden van het geval, zoals het risico dat de werknemer zijn WW-rechten voortijdig uitput.