Artikel 6
1. De benadeelde heeft jegens de verzekeraar door wie de aansprakelijkheid volgens deze wet is gedekt, een eigen recht op schadevergoeding. Dit eigen recht kan evenwel niet worden uitgeoefend indien een fonds of fondsen zijn gevormd overeenkomstig artikel 1220 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek. Het tenietgaan van zijn schuld aan de verzekerde bevrijdt de verzekeraar niet jegens de benadeelde, tenzij deze is schadeloos gesteld.
2. Indien er bij een ongeval of een gebeurtenis meer dan een benadeelde is en het totaalbedrag van de verschuldigde schadeloosstellingen de verzekerde som overschrijdt, worden de rechten van de benadeelden tegen de verzekeraar naar evenredigheid teruggebracht tot het beloop van die som. Niettemin blijft de verzekeraar die, onbekend met het bestaan van vorderingen van andere benadeelden, te goeder trouw aan een benadeelde een groter bedrag dan het aan deze toekomende deel heeft uitgekeerd, jegens die anderen of, indien een fonds of fondsen zijn gevormd overeenkomstig artikel 1220 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, jegens degene die dat fonds of die fondsen heeft gevormd slechts gehouden tot het beloop van het overblijvende gedeelte van de verzekerde som.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2006:AZ0418
ECLI:NL:HR:2017:694 - Verzekeraarssubrogatie (art. 7:962 BW) prevaleert bij regres op medeaansprakelijke derde
Een WAM-verzekeraar die de benadeelde schadeloosstelt, wordt gesubrogeerd in de rechten van de verzekerde jegens een derde (art. 7:962 BW), niet in die van de benadeelde (art. 6:12 BW). Hierdoor is de verzekeraar gebonden aan een forumkeuzebeding tussen de verzekerde en de derde.
ECLI:NL:HR:2012:BX0357
ECLI:NL:HR:2018:1103 - Verzekeringsfraude in WAM-zaak: geen verval van recht, wel strenge bewijswaardering
Opzettelijke misleiding door een benadeelde leidt niet tot analoog verval van het eigen recht jegens een WAM-verzekeraar (art. 6 WAM). Wel moet de rechter de bewijswaardering, met name van betwiste getuigenverklaringen, zeer zorgvuldig motiveren in het licht van gebleken fraude.
ECLI:NL:HR:2013:BY4124
ECLI:NL:HR:2022:616 - Verjaarde WAM-vordering sluit directe actie op verzekeraar niet uit
Een benadeelde wiens eigen recht op schadevergoeding jegens een WAM-verzekeraar (art. 6 WAM) is verjaard, kan alsnog de directe actie van art. 7:954 BW inroepen. De uitsluitingsgrond van art. 7:954 lid 7 BW is in dat geval niet van toepassing.
ECLI:NL:HR:2018:877 - Vorkheftruck als vervoermiddel: de WAM-dekkingsplicht bij bedrijfsongevallen
De verplichte WAM-verzekering dekt schade veroorzaakt door een motorrijtuig, zoals een vorkheftruck, wanneer deze wordt gebruikt als vervoermiddel, ook op privéterrein. Het gebruik als werktuig valt erbuiten. De feitelijke omstandigheden bepalen welke functie wordt uitgeoefend.
ECLI:NL:HR:2014:1678
ECLI:NL:HR:2017:3268 - WAM-verzekering: RDW-registratie creëert geen dekking voor de volledige ingangsdatum
Een WAM-verzekeraar kan een benadeelde tegenwerpen dat de verzekeringsdekking nog niet was ingegaan ten tijde van het ongeval, ook al vermeldt het RDW-register de ongevalsdag als ingangsdatum. De registratie is een weerlegbaar bewijsvermoeden en creëert geen dekking vóór het feitelijke ingangstijdstip.