Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
DEEL I
Artikel 3Artikel 3
Laatste versie
1. Geen enkele Staat die partij is bij dit Verdrag, mag een persoon uitzetten of terugzenden („refouler") naar of uitleveren aan een andere Staat wanneer er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat hij daar gevaar zou lopen te worden onderworpen aan foltering.
2. Bij het vaststellen of zodanige redenen aanwezig zijn, dienen de bevoegde autoriteiten rekening te houden met alle van belang zijnde overwegingen waaronder, waar van toepassing, het bestaan in de betrokken Staat van een samenhangend patroon van grove, flagrante of massale schendingen van mensenrechten.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
4 uitspraken gevonden
Rechtbank Den Haag
ECLI:NL:RBDHA:2025:12325 - Rechtbank Den Haag - 10 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:12325•10 juli 2025•Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Bestuursrecht•Vreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal Publiekrecht•Europees Recht, Mensenrechten
Rechtbank Den Haag
ECLI:NL:RBDHA:2025:18728 - Rechtbank Den Haag - 10 oktober 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:18728•10 oktober 2025•Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag
ECLI:NL:RBDHA:2025:17790 - Rechtbank Den Haag - 29 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17790•29 september 2025•Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Bestuursrecht•Vreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag
ECLI:NL:RBDHA:2025:11589 - Rechtbank Den Haag - 30 juni 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:11589•30 juni 2025•Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak