Terug naar bibliotheek
Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992Artikel 8d

Artikel 8d

Laatste versie

1 De vermindering van het belastingbedrag, bedoeld in artikel 14a, vierde lid, van de wet, is de som van de percentages die ingevolge de navolgende tabel van toepassing zijn voor elke maand die geheel of gedeeltelijk is verstreken tussen het tijdstip dat bepalend was voor de hoogte van de belasting en het tijdstip waarop de omstandigheid, bedoeld in artikel 14a, eerste of tweede lid, van de wet, zich voordoet, toegepast op het belastingbedrag, bedoeld in artikel 9, eerste en derde lid, van de wet.

Indien bij aanvang van een maand een tijdsduur is verstreken sinds het tijdstip waarop het motorrijtuig voor het eerst in gebruik is genomen van ten minste

maar minder dan

is het percentage voor die maand

0 dagen

1 maand

12

1 maand

3 maanden

4

3 maanden

5 maanden

3,5

5 maanden

9 maanden

1,5

9 maanden

1 jaar en 6 maanden

1

1 jaar en 6 maanden

2 jaar en 6 maanden

0,75

2 jaar en 6 maanden

3 jaar en 6 maanden

0,50

3 jaar en 6 maanden

4 jaar en 6 maanden

0,42

4 jaar en 6 maanden

5 jaar en 6 maanden

0,42

5 jaar en 6 maanden

6 jaar en 6 maanden

0,42

6 jaar en 6 maanden

7 jaar en 6 maanden

0,25

7 jaar en 6 maanden

8 jaar en 6 maanden

0,25

8 jaar en 6 maanden

9 jaar en 6 maanden

0,25

9 jaar en 6 maanden

0,19

2 Indien sinds het tijdstip van eerste tenaamstelling in het kentekenregister, dan wel indien de belasting is geheven voor een gebruikt motorrijtuig het afschrijvingsmoment minder dan drie maanden zijn verstreken, wordt de vermindering voor een nog niet verstreken maand in afwijking van het eerste lid naar tijdsgelang per dag berekend, waarbij de vermindering per dag wordt gesteld op een dertigste deel van de vermindering voor die maand ingevolge de tabel.

3 De vermindering van het belastingbedrag, bedoeld in artikel 15a, zevende lid, van de wet, is een percentage van het belastingbedrag, zoals aangegeven in de tabel opgenomen in artikel 8, vijfde lid.

4 Indien de belasting voor een gebruikt motorrijtuig is geheven met toepassing van een andere vermindering dan de vermindering zoals deze voor motorrijtuigen van die leeftijd voortvloeit uit de tabel opgenomen in artikel 8, vijfde lid, wordt de teruggaaf aangepast. Voor de berekening van de teruggaaf wordt daartoe de som van de percentages, bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk het percentage, bedoeld in het derde lid, toegepast op het resultaat van de volgende formule:

(geheven belasting × 100) / (100 – tabelpercentage)

Daarbij is geheven belasting de belasting die voor dat motorrijtuig met toepassing van die andere vermindering is geheven, en tabelpercentage het percentage dat van toepassing zou zijn geweest indien de belasting zou zijn geheven met toepassing van de vermindering ingevolge de tabel in artikel 8, vijfde lid.

5 Indien degene die om teruggaaf van belasting verzoekt op grond van artikel 14a, eerste of tweede lid, van de wet, ondernemer is als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968, niet zijnde een ondernemer als bedoeld in artikel 7, zesde lid, van die wet, kan de inspecteur goedkeuren dat bij het verzoek de overlegging van de bescheiden, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdeel d, onderscheidenlijk artikel 4b, eerste lid, onderdeel d, van het Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, achterwege blijft, onder de voorwaarde dat de ondernemer deze bescheiden bewaart in zijn administratie.

6 Bij een verzoek om teruggaaf van belasting op grond van artikel 14a, tweede lid, van de wet, wordt een kopie van het buitenlandse kentekenbewijs gevoegd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad50x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:78

ECLI:NL:HR:2017:7827 januari 2017Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:753

ECLI:NL:HR:2016:75329 april 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1779 - BPM-teruggaaf mogelijk bij gedeeltelijke betaling door vorige eigenaar

ECLI:NL:HR:2020:177913 november 2020Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

Een recht op teruggaaf van BPM bij export is niet afhankelijk van volledige betaling door een vorige eigenaar. Teruggaaf is mogelijk voor zover het daadwerkelijk betaalde bedrag hoger is dan de BPM die is toe te rekenen aan de gebruiksduur in Nederland.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:143

ECLI:NL:HR:2015:14330 januari 2015Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2872

ECLI:NL:HR:2017:287217 november 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:439 - BPM bij herregistratie: teruggaafbedrag is geen grondslag voor nieuwe heffing

ECLI:NL:HR:2022:43925 maart 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat bij een hernieuwde tenaamstelling van een auto, waarvoor eerder een BPM-teruggaaf is verleend, de heffingsgrondslag wordt bepaald door de wettelijke regels op het moment van herregistratie, niet door het eerder teruggegeven bedrag. De teruggaafregeling en heffingsregeling staan los van elkaar.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2265

ECLI:NL:HR:2018:22657 december 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak