Terug naar bibliotheek
Uitvoeringsbesluit rijkscoördinatieregeling energie-infrastructuurprojectenArtikel 4

Artikel 4

Laatste versie

1. Als besluiten als bedoeld in artikel 141c, eerste lid, van de Mijnbouwwet worden aangewezen besluiten als bedoeld in:

a. de artikelen 2.1, eerste lid, en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, met inbegrip van een eventueel benodigde verklaring van geen bedenkingen, voor zover de desbetreffende omgevingsvergunning in elk geval betrekking heeft op een van de activiteiten, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, b, c, e, f en g, van die wet, of op projecten of handelingen als bedoeld in artikel 2.2aa van het Besluit omgevingsrecht; b. de artikelen 2.7, tweede lid, 3.3, eerste en derde lid, 3.8, eerste en derde lid, en 3.10, tweede lid in samenhang met 3.8, eerste of derde lid, van de Wet natuurbescherming; c. de artikelen 6.2, 6.4 en 6.5 van de Waterwet; d. vervallen; e. artikel 11, tweede lid, van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet; f. artikel 19, eerste lid, van de Spoorwegwet; g. artikel 2, eerste lid, van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken; h. de artikelen 34, derde lid, 39 in samenhang met 34, derde lid, en 40, tweede lid, van de Mijnbouwwet; i. artikel 30, derde lid, van het Mijnbouwbesluit.

2. Als besluiten als bedoeld in artikel 141c, eerste lid, van de Mijnbouwwet worden voorts aangewezen besluiten op grond van een bepaing in een verordening van een waterschap met betrekking tot het verrichten of doen verrichten van handelingen aan of nabij een watergang of waterkering.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]