Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Eerste afdeling. Onderzoek op de terechtzitting
Artikel 301

Artikel 301 (Voorlezing en inhoudsmededeling processtukken)

Laatste versie

1. Processen-verbaal, verslagen van deskundigen of andere stukken worden op last van de voorzitter, wanneer een van de rechters of de officier van justitie dit verlangt, voorgelezen.

2. Voorlezing heeft ook plaats op verzoek van de verdachte, tenzij de rechtbank ambtshalve of op vordering van de officier van justitie anders beveelt.

3. De voorlezing van de stukken kan, tenzij de officier van justitie of de verdachte zich daar op redelijke gronden tegen verzet, worden vervangen door een mondelinge mededeling van de korte inhoud door de voorzitter.

4. Ten bezware van de verdachte wordt geen acht geslagen op stukken, die niet zijn voorgelezen of waarvan de korte inhoud niet overeenkomstig het derde lid is meegedeeld.

Uitleg in duidelijke taal

1. Processen-verbaal, verslagen van deskundigen of andere stukken worden op last van de voorzitter, wanneer een van de rechters of de officier van justitie dit verlangt, voorgelezen.

Dit betekent dat officiële rapporten (processen-verbaal), rapporten van deskundigen (verslagen van deskundigen) of andere documenten (stukken) hardop worden voorgelezen op bevel (op last) van de voorzitter van de rechtbank, indien een van de rechters of de officier van justitie hierom vraagt (dit verlangt).

2. Voorlezing heeft ook plaats op verzoek van de verdachte, tenzij de rechtbank ambtshalve of op vordering van de officier van justitie anders beveelt.

Dit houdt in dat het voorlezen van stukken ook gebeurt (heeft ook plaats) als de verdachte hierom verzoekt, behalve als (tenzij) de rechtbank uit eigen beweging (ambtshalve) of op eis (op vordering) van de officier van justitie een andere beslissing neemt (anders beveelt).

3. De voorlezing van de stukken kan, tenzij de officier van justitie of de verdachte zich daar op redelijke gronden tegen verzet, worden vervangen door een mondelinge mededeling van de korte inhoud door de voorzitter.

Dit betekent dat het voorlezen van de documenten (stukken) vervangen kan worden doordat de voorzitter mondeling de korte inhoud ervan meedeelt, tenzij de officier van justitie of de verdachte zich hiertegen met goede (redelijke) redenen (gronden) verzet.

4. Ten bezware van de verdachte wordt geen acht geslagen op stukken, die niet zijn voorgelezen of waarvan de korte inhoud niet overeenkomstig het derde lid is meegedeeld.

Dit houdt in dat er geen rekening wordt gehouden (geen acht geslagen op) met documenten (stukken) op een manier die nadelig is (ten bezware) voor de verdachte, als deze documenten niet zijn voorgelezen of als de korte inhoud ervan niet is meegedeeld zoals beschreven in het derde lid.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad295x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken - 26 september 2022

ECLI:NL:HR:2022:125226 september 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.

StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad70x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:522 - Internetbronnen als bewijs: Geen feit van algemene bekendheid zonder meer - 28 maart 2016

ECLI:NL:HR:2016:52228 maart 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat informatie niet enkel door de vindbaarheid op internet als feit van algemene bekendheid (art. 339 lid 2 Sv) geldt. Dergelijke, vaak specialistische, gegevens moeten ter zitting aan de orde worden gesteld om het bewijsrechtelijke voorschrift van art. 301 lid 4 Sv te respecteren.

Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BN4351 - Vrijwillige terugtred bij medeplegen: geen automatische doorwerking naar mededaders - 11 april 2011

ECLI:NL:HR:2011:BN435111 april 2011Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat vrijwillige terugtred (art. 46b Sr) een persoonlijke omstandigheid is. Bij medeplegen van een poging werkt de terugtred van één dader niet automatisch door naar de andere medeplegers van wie niet is vastgesteld dat de terugtred (mede) van hun wil afhankelijk was.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BX4605 - Hoge Raad - 7 januari 2013

ECLI:NL:HR:2013:BX46057 januari 2013Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BR0403 - Gebruik getuigenverklaring van eerdere zitting na terugwijzing door Hoge Raad - 19 september 2011

ECLI:NL:HR:2011:BR040319 september 2011Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een getuigenverklaring, afgelegd op een zitting vóór terugwijzing door de Hoge Raad, mag in de nieuwe procedure worden gebruikt. Hiervoor is geen nieuw verhoor vereist, mits de verklaring op de nadere zitting wordt voorgelezen of de korte inhoud ervan wordt medegedeeld conform art. 301 lid 4 Sv.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2017:797 - Niet-ontvankelijkverklaring cassatieberoep op grond van artikel 80a Wet RO - 6 februari 2017

ECLI:NL:HR:2017:7976 februari 2017Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep niet-ontvankelijk op grond van artikel 80a Wet RO. De aangevoerde klachten, betreffende onder meer de bewijsmotivering en het niet voorhouden van stukken, rechtvaardigen volgens de Raad geen inhoudelijke behandeling in cassatie.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1125 - Gebruik van Google Maps als feit van algemene bekendheid in bewijsvoering - 9 juli 2018

ECLI:NL:HR:2018:11259 juli 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Informatie van Google Maps kan een feit van algemene bekendheid zijn als deze geen specialistische kennis vereist en de juistheid niet redelijkerwijs betwistbaar is. Een rechter hoeft dergelijke informatie niet verplicht ter zitting aan de orde te stellen.

StrafrechtStrafprocesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:547 - Parket bij de Hoge Raad - 20 mei 2024

ECLI:NL:PHR:2024:54720 mei 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW7952 - Hoge Raad - 11 juni 2012

ECLI:NL:HR:2012:BW795211 juni 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BF5074 - Hoge Raad - 8 december 2008

ECLI:NL:HR:2008:BF50748 december 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak