Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel IV. Eenige bijzondere dwangmiddelen
afdeeling Derde . Inbeslagneming
§ 3. Inbeslagneming door den rechter-commissaris
Artikel 104

Artikel 104 (Inbeslagneming door rechter-commissaris)

Laatste versie

1. De rechter-commissaris is tot inbeslagneming van alle daarvoor vatbare voorwerpen bevoegd. Buiten het geval hij uit hoofde van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen verricht, vindt inbeslagneming door de rechter-commissaris slechts plaats op vordering van de officier van justitie.

2. Artikel 98, eerste lid, is van toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter-commissaris is tot inbeslagneming van alle daarvoor vatbare voorwerpen bevoegd. Buiten het geval hij uit hoofde van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen verricht, vindt inbeslagneming door de rechter-commissaris slechts plaats op vordering van de officier van justitie.

Dit betekent letterlijk dat de rechter-commissaris de bevoegdheid heeft om alle voorwerpen die voor inbeslagneming in aanmerking komen (daarvoor vatbaar zijn), in beslag te nemen. Buiten de situatie waarin de rechter-commissaris onderzoekshandelingen verricht op basis van (uit hoofde van) de artikelen 181 tot en met 183, vindt inbeslagneming door de rechter-commissaris uitsluitend (slechts) plaats nadat de officier van justitie hiertoe een vordering heeft gedaan.

2. Artikel 98, eerste lid, is van toepassing.

Dit betekent dat de bepalingen uit het eerste lid van artikel 98 ook hier gelden.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad158x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:584 - Smartphone-onderzoek: de grenzen van de opsporingsbevoegdheid onder artikel 94 Sv

ECLI:NL:HR:2017:5844 april 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Artikel 94 Sv is een onvoldoende wettelijke basis voor een smartphone-onderzoek dat een meer dan beperkte inbreuk op de privacy maakt. Voor zulk verstrekkend onderzoek is een machtiging van de officier van justitie of rechter-commissaris vereist, afhankelijk van de mate van inbreuk.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad41x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:592 - Onderzoek smartphone: Hoge Raad stelt grenzen aan opsporingsbevoegdheid

ECLI:NL:HR:2017:5924 april 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De algemene opsporingsbevoegdheid van art. 94 Sv is onvoldoende voor een verstrekkend onderzoek van een smartphone. Voor een meer dan beperkte inbreuk op de privacy is een machtiging van de officier van justitie of rechter-commissaris vereist.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:588 - Onderzoek smartphone: de reikwijdte van artikel 94 Sv en privacy

ECLI:NL:HR:2017:5884 april 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat artikel 94 Sv alleen een wettelijke grondslag biedt voor een smartphone-onderzoek als de inbreuk op de privacy beperkt is. Voor een ingrijpender onderzoek is een nadere wettelijke legitimatie vereist, zoals de tussenkomst van een officier van justitie of rechter-commissaris.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT7093

ECLI:NL:HR:2005:AT709330 augustus 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1079 - Onderzoek smartphone: onvoldoende motivering, maar geen bewijsuitsluiting

ECLI:NL:HR:2019:10799 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de motivering van het Hof dat een smartphone-onderzoek een 'beperkte' inbreuk was, onvoldoende is. Dit leidt echter niet tot cassatie, omdat het verweer tot bewijsuitsluiting onvoldoende was onderbouwd door de verdediging conform de eisen van art. 359a Sv.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA5611

ECLI:NL:HR:2007:BA561130 oktober 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
BelastingrechtFiscaal Strafrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1985:AC9105

ECLI:NL:HR:1985:AC910519 november 1985Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA5615

ECLI:NL:HR:2007:BA561530 oktober 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
BelastingrechtFiscaal Strafrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2323

ECLI:NL:HR:2018:232318 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA5614

ECLI:NL:HR:2007:BA561430 oktober 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
BelastingrechtFiscaal Strafrecht