Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel I. Strafvordering in het algemeen
Eerste afdeeling. Inleidende bepaling
Artikel 1

Artikel 1 (Legaliteitsbeginsel strafvordering)

Laatste versie

Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.

Uitleg in duidelijke taal

Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.

Dit betekent letterlijk dat strafvordering uitsluitend mag plaatsvinden op de manier (de wijze) die in de wet is bepaald en omschreven (voorzien).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad291x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken

ECLI:NL:HR:2022:125227 september 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.

StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU5496

ECLI:NL:HR:2006:AU549614 maart 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1806 - Geen rol voor burgerlijke rechter in strafproces: de grens van aanvullende rechtsbescherming

ECLI:NL:HR:2018:180628 september 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De burgerlijke rechter kan geen voorzieningen treffen die uitsluitend dienen ter bescherming van processuele belangen in een procedure bij een andere rechter, zoals het strafproces. Partijen zijn voor dergelijke verzoeken aangewezen op de regels en mogelijkheden van die specifieke rechtsgang.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:123 - Onrechtmatig smartphone-onderzoek: wanneer volstaat constatering van een vormverzuim?

ECLI:NL:HR:2020:12318 februari 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een onrechtmatige doorzoeking van een smartphone, die een vormverzuim oplevert, leidt niet automatisch tot bewijsuitsluiting. De Hoge Raad oordeelt dat het volstaan met de constatering van het verzuim voldoende kan zijn, met name als opsporingsambtenaren te goeder trouw handelden en er geen concreet nadeel is.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AO9013

ECLI:NL:HR:2005:AO901316 september 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1880:1

ECLI:NL:HR:1880:119 januari 1880Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1536

ECLI:NL:HR:2018:153611 september 2018Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1947:102

ECLI:NL:HR:1947:10225 februari 1947Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AD4307

ECLI:NL:HR:2001:AD430730 oktober 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BO9629

ECLI:NL:HR:2011:BO962915 april 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak