Artikel 242 (Schuldverkrachting)
Als schuldig aan schuldverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie, degene die met een persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl diegene ernstige reden heeft om te vermoeden dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt.
Uitleg in duidelijke taal
Als schuldig aan schuldverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie, degene die met een persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl diegene ernstige reden heeft om te vermoeden dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt.
Dit artikel stelt dat een persoon schuldig aan schuldverkrachting is en gestraft wordt met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie, indien die persoon met een andere persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Dit geldt terwijl diegene ernstige reden heeft om te vermoeden dat bij die andere persoon daartoe de wil ontbreekt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:1111 - Hoge Raad verruimt criteria voor eendaadse samenloop en voortgezette handeling - 19 juni 2017
De Hoge Raad verruimt de criteria voor eendaadse samenloop en de voortgezette handeling. De focus verschuift van de juridische strekking van delicten naar de feitelijke samenhang van de gedragingen en de vraag of de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt.
ECLI:NL:HR:2013:494 - Inspelen op godvruchtigheid kan dwang bij verkrachting opleveren - 26 augustus 2013
Het opzettelijk inspelen op de devotie van een slachtoffer kan, in combinatie met een psychisch overwicht en afhankelijkheidsrelatie, een 'andere feitelijkheid' vormen die dwang in de zin van artikel 242 Sr (verkrachting) oplevert. Ook gedragingen van vóór de tenlastegelegde periode mogen meewegen bij het bewijs van de dwangsituatie.
ECLI:NL:HR:2013:BY8434 - Interpretatieruimte verlengingsrechter bij onduidelijkheid maximering TBS - 11 februari 2013
De verlengingsrechter mag het oordeel van de opleggingsrechter over de maximering van TBS interpreteren, ook als dit niet expliciet is gemotiveerd. De rechter kan hiervoor alle relevante stukken raadplegen, zolang het oordeel dat sprake is van een geweldsmisdrijf voor de tbs-gestelde in redelijkheid voorzienbaar was.
ECLI:NL:HR:2022:865 - Verkrachting door andere feitelijkheden: misbruik van overwicht en kwetsbaarheid volstaat - 13 juni 2022
Misbruik van een overwichtspositie en de kwetsbaarheid van het slachtoffer kunnen 'dwang door andere feitelijkheden' (art. 242 Sr) opleveren. Een combinatie van factoren zoals een gezagsverhouding (vader-dochter), minderjarigheid en een verstandelijke beperking kan voldoende zijn, ook zonder fysiek geweld of bedreiging.
ECLI:NL:HR:2013:BZ2653 - Het Nieuwe Tongzoenarrest: gedwongen tongzoen niet langer verkrachting - 11 maart 2013
De Hoge Raad komt terug op eerdere rechtspraak en oordeelt dat een gedwongen tongzoen niet langer als verkrachting (art. 242 Sr) kan worden gekwalificeerd. Hoewel het seksueel binnendringen van het lichaam betreft, kan het in redelijkheid niet op één lijn worden gesteld met gedwongen geslachtsgemeenschap.
ECLI:NL:HR:2017:1115 - Hoge Raad verruimt criteria voor eendaadse samenloop en voortgezette handeling - 19 juni 2017
De Hoge Raad verruimt het toepassingsbereik van eendaadse samenloop en de voortgezette handeling. Een enigszins uiteenlopende strekking van strafbepalingen staat toepassing niet in de weg. Beslissend is of de gedragingen zodanig samenhangen dat de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt.
ECLI:NL:HR:2021:1496 - Aantasting in de persoon bij verkrachting: nadelige gevolgen vanzelfsprekend - 1 november 2021
Bij een bewezenverklaring van verkrachting kan een aantasting in de persoon als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 sub b BW worden aangenomen. De Hoge Raad oordeelt dat de aard en ernst van deze normschending meebrengen dat de nadelige gevolgen voor het slachtoffer zo voor de hand liggen.
ECLI:NL:HR:1994:ZC9650 - Hoge Raad - 21 februari 1994
ECLI:NL:HR:2022:1027 - Hoge Raad - 11 juli 2022
ECLI:NL:HR:2017:1114 - Overzichtsarrest Samenloop: Hoge Raad verruimt criteria eendaadse samenloop en voortgezette handeling - 19 juni 2017
De Hoge Raad stelt dat een enigszins uiteenlopende strekking van strafbepalingen eendaadse samenloop of een voortgezette handeling niet uitsluit. Bepalend is of de gedragingen een samenhangend feitencomplex vormen waarvoor de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt, wat een verruiming van de toepassing inhoudt.