Artikel 824 (Hogere voorziening en wijziging voorlopige voorzieningen)
1. Tegen de op grond van artikel 822 gegeven beschikkingen en tegen de beschikkingen tot wijziging of intrekking daarvan staan geen hogere voorzieningen open, behoudens cassatie in het belang der wet.
2. Op een verzoek van de echtgenoten of van één van hen kan een beschikking, als bedoeld in artikel 822, door de rechtbank die of het gerechtshof dat de beschikking heeft gegeven, worden gewijzigd of ingetrokken, indien de omstandigheden na de dagtekening der beschikking in zodanige mate zijn gewijzigd of indien bij het geven van de beschikking in zodanige mate van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan, dat, alle betrokken belangen in aanmerking genomen, de voorziening niet in stand kan blijven. Artikel 821, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Tegen de op grond van artikel 822 gegeven beschikkingen en tegen de beschikkingen tot wijziging of intrekking daarvan staan geen hogere voorzieningen open, behoudens cassatie in het belang der wet.
Dit betekent letterlijk: Er kan geen hoger beroep of ander rechtsmiddel (hogere voorzieningen) worden ingesteld tegen beslissingen (beschikkingen) die zijn genomen op basis van artikel 822. Dit geldt ook voor beslissingen (beschikkingen) die deze eerdere beschikkingen wijzigen of intrekken. De enige uitzondering hierop is de mogelijkheid van cassatie in het belang der wet.
2. Op een verzoek van de echtgenoten of van één van hen kan een beschikking, als bedoeld in artikel 822, door de rechtbank die of het gerechtshof dat de beschikking heeft gegeven, worden gewijzigd of ingetrokken, indien de omstandigheden na de dagtekening der beschikking in zodanige mate zijn gewijzigd of indien bij het geven van de beschikking in zodanige mate van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan, dat, alle betrokken belangen in aanmerking genomen, de voorziening niet in stand kan blijven. Artikel 821, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent letterlijk: Een beslissing (beschikking) zoals bedoeld in artikel 822 kan worden gewijzigd of ingetrokken. Dit gebeurt door de rechtbank die of het gerechtshof dat de oorspronkelijke beschikking heeft gegeven. Een dergelijk verzoek tot wijziging of intrekking kan worden gedaan door de echtgenoten gezamenlijk of door één van hen. Voorwaarde voor wijziging of intrekking is dat de omstandigheden na de datum (dagtekening) van de oorspronkelijke beschikking zodanig zijn veranderd, of dat bij het nemen van de oorspronkelijke beschikking is uitgegaan van zodanig onjuiste of onvolledige gegevens, dat de getroffen voorziening, na afweging van alle betrokken belangen, niet langer gehandhaafd kan blijven. De bepalingen van artikel 821, tweede tot en met vijfde lid, zijn hierbij op een gelijke manier van toepassing (van overeenkomstige toepassing).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:3533
ECLI:NL:HR:2018:1414 - Voorlopige voorzieningen in scheidingszaken: art. 821-826 Rv is uitputtend
De bijzondere regeling voor voorlopige voorzieningen in scheidingsprocedures (art. 821-826 Rv) is uitputtend. Er is daarom geen ruimte om via de algemene regeling van art. 223 Rv een voorlopige voorziening te vragen die onder het bereik van de bijzondere regeling valt.