Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Derde titel. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op onroerende zaken
Eerste afdeling. Van executoriaal beslag op onroerende zaken
Artikel 505

Artikel 505 (Gevolgen inschrijving beslag onroerende zaken)

Laatste versie

1. Het proces-verbaal van inbeslagneming zal in de in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde openbare registers worden ingeschreven. Een afschrift van het proces-verbaal zal op straffe van nietigheid van het beslag niet later dan drie dagen na de inschrijving aan de geëxecuteerde worden betekend.

2. Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of verpachting, tot stand gekomen na de inschrijving van het proces-verbaal, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen. Dit geldt niet voor verhuur van woonruimte waarop de artikelen 271 tot en met 277 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn, tenzij de verhuring plaatsvond na de bekendmaking bedoeld in artikel 516 of huurder wist dat de beslaglegger door de verhuring in zijn verhaalsmogelijkheden zou worden benadeeld.

3. Indien de akte betreffende de vervreemding of bezwaring vóór de inschrijving van het beslag reeds was verleden, kan de vervreemding of bezwaring nog tegen de beslaglegger worden ingeroepen, mits de inschrijving van deze akte uiterlijk geschiedt de eerste dag, waarop het kantoor van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers na de dag van de inschrijving van het beslag voor het publiek opengesteld is.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het proces-verbaal van inbeslagneming zal in de in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde openbare registers worden ingeschreven. Een afschrift van het proces-verbaal zal op straffe van nietigheid van het beslag niet later dan drie dagen na de inschrijving aan de geëxecuteerde worden betekend.

Dit lid betekent letterlijk dat het proces-verbaal van inbeslagneming ingeschreven zal worden in de openbare registers die bedoeld zijn in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Verder staat er dat een afschrift van het proces-verbaal aan de geëxecuteerde betekend moet worden, en wel niet later dan drie dagen na de inschrijving. Als dit niet gebeurt, is het beslag nietig (op straffe van nietigheid).

2. Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of verpachting, tot stand gekomen na de inschrijving van het proces-verbaal, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen. Dit geldt niet voor verhuur van woonruimte waarop de artikelen 271 tot en met 277 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn, tenzij de verhuring plaatsvond na de bekendmaking bedoeld in artikel 516 of huurder wist dat de beslaglegger door de verhuring in zijn verhaalsmogelijkheden zou worden benadeeld.

Dit lid betekent letterlijk dat een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of verpachting die tot stand gekomen is nadat het proces-verbaal is ingeschreven, niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen. De tekst vervolgt dat dit niet geldt voor verhuur van woonruimte waarop de artikelen 271 tot en met 277 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn. Dit betekent dat zulke verhuur in beginsel wél tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen. Deze uitzondering vervalt echter – en de verhuur kan dus niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen – indien de verhuring plaatsvond na de bekendmaking bedoeld in artikel 516, of indien de huurder wist dat de beslaglegger door de verhuring in zijn verhaalsmogelijkheden zou worden benadeeld.

3. Indien de akte betreffende de vervreemding of bezwaring vóór de inschrijving van het beslag reeds was verleden, kan de vervreemding of bezwaring nog tegen de beslaglegger worden ingeroepen, mits de inschrijving van deze akte uiterlijk geschiedt de eerste dag, waarop het kantoor van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers na de dag van de inschrijving van het beslag voor het publiek opengesteld is.

Dit lid betekent letterlijk dat als de akte die betrekking heeft op de vervreemding of bezwaring al was verleden (opgemaakt) vóór de inschrijving van het beslag, de vervreemding of bezwaring nog tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen. De voorwaarde hiervoor is dat de inschrijving van deze akte uiterlijk geschiedt op de eerste dag dat het kantoor van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers na de dag van de inschrijving van het beslag weer voor het publiek opengesteld is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1971:AB6788

ECLI:NL:HR:1971:AB67883 december 1971Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC9351

ECLI:NL:HR:2008:BC93515 september 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2640 - Omvang derdenbescherming beslaglegger bij onjuiste registers (art. 3:36 BW)

ECLI:NL:HR:2016:264018 november 2016Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een beslaglegger kan zich beroepen op art. 3:36 BW, maar deze bescherming is beperkt. Het dekt de beslaglegging als bewarende maatregel, maar strekt niet tot de executie van het goed als de beslaglegger voor de executie de ware rechtstoestand te weten komt.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3299

ECLI:NL:HR:2015:329913 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht, Goederenrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BG1816

ECLI:NL:HR:2008:BG181619 december 2008Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1981:AG4140

ECLI:NL:HR:1981:AG414030 januari 1981Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AS2688

ECLI:NL:HR:2005:AS268822 april 2005Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK5999

ECLI:NL:HR:2010:BK599919 februari 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA5403

ECLI:NL:HR:2000:AA54037 april 2000Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1988:AC3064

ECLI:NL:HR:1988:AC306413 mei 1988Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak