Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tiende titel. Herroeping
Eerste afdeling. Herroeping van vonnissen
Artikel 382

Artikel 382 (Gronden herroeping vonnis)

Laatste versie

Een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, kan op vordering van een partij worden herroepen indien: a. het berust op bedrog door de wederpartij in het geding gepleegd, b. het berust op stukken, waarvan de valsheid na het vonnis is erkend of bij gewijsde is vastgesteld, of c. de partij na het vonnis stukken van beslissende aard in handen heeft gekregen die door toedoen van de wederpartij waren achtergehouden.

Uitleg in duidelijke taal

Een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, kan op vordering van een partij worden herroepen indien:

Dit betekent dat een rechterlijke uitspraak (vonnis) die definitief is geworden en waartegen geen beroep meer mogelijk is (in kracht van gewijsde is gegaan), op verzoek (op vordering) van een van de betrokken partijen kan worden ingetrokken (herroepen), als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a. het berust op bedrog door de wederpartij in het geding gepleegd,

Dit houdt in dat het vonnis gebaseerd is (berust op) op bedrog dat door de tegenpartij (wederpartij) tijdens de juridische procedure (in het geding) is gepleegd.

b. het berust op stukken, waarvan de valsheid na het vonnis is erkend of bij gewijsde is vastgesteld, of

Dit betekent dat het vonnis gebaseerd is (berust op) op documenten (stukken) waarvan na de uitspraak is toegegeven (erkend) dat ze vals zijn, of waarvan de valsheid na de uitspraak door een rechterlijke beslissing (bij gewijsde) is vastgesteld.

c. de partij na het vonnis stukken van beslissende aard in handen heeft gekregen die door toedoen van de wederpartij waren achtergehouden.

Dit houdt in dat de partij na de uitspraak (vonnis) documenten van doorslaggevend belang (stukken van beslissende aard) heeft verkregen (in handen heeft gekregen) die door de tegenpartij (wederpartij) met opzet of door nalatigheid (door toedoen van) waren achtergehouden.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad86x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH4720 - Hoge Raad - 28 mei 2009

ECLI:NL:HR:2009:BH472028 mei 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Informatierecht, Financieel Recht
Hoge Raad30x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:727 - Voorlopig getuigenverhoor afgewezen wegens gebrek aan belang na eerdere procedure - 17 mei 2018

ECLI:NL:HR:2018:72717 mei 2018Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor wordt afgewezen wegens onvoldoende belang, indien de beoogde vordering (herroeping of schadevergoeding) geen kans van slagen heeft omdat de feiten al in een eerdere, onherroepelijk beslechte procedure bekend waren of redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1188 - Herroeping, Peeters/Gatzen-vordering en formele rechtskracht van belastingaanslagen - 8 september 2022

ECLI:NL:HR:2022:11888 september 2022Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak

Een derde die via een Peeters/Gatzen-vordering wordt aangesproken, mag de materiële juistheid van een belastingaanslag betwisten, ook al heeft deze formele rechtskracht. Het niet grondig onderzoeken van de administratie door de curator kan 'toedoen' opleveren voor een vordering tot herroeping.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Insolventierecht, Verbintenissenrecht
BelastingrechtBtw, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AN7890 - Hoge Raad - 18 december 2003

ECLI:NL:HR:2003:AN789018 december 2003Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW4896 - Joodse Omroep: Geen doorbreking appelverbod bij beslissing op herroepingsverzoek - 20 september 2012

ECLI:NL:HR:2012:BW489620 september 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat het wettelijke appelverbod tegen een beslissing op een verzoek tot herroeping (art. 388 lid 2 Rv) niet doorbroken kan worden. Omdat tegen de beslissing cassatie openstaat, kunnen de doorbrekingsgronden, zoals schending van fundamentele rechtsbeginselen, direct in cassatie worden aangevoerd.

Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP8693 - Verlenging beroepstermijn bij schending hoor en wederhoor (Van Dooren q.q./Veco) - 26 mei 2011

ECLI:NL:HR:2011:BP869326 mei 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een ingrijpende beslissing, zoals ontslag van instantie, wordt genomen zonder een partij (de curator) behoorlijk op te roepen, is dit een ernstig processueel verzuim. Op grond van art. 6 EVRM wordt de beroepstermijn dan verlengd tot veertien dagen nadat die partij kennisnam van de beslissing.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Insolventierecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU3252 - Hoge Raad - 22 december 2005

ECLI:NL:HR:2005:AU325222 december 2005Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Omgevingsrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:5307 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 19 augustus 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:530719 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2024:776 - Gerechtshof Den Haag - 15 april 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:77615 april 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB1253 - Hoge Raad - 19 april 2001

ECLI:NL:HR:2001:AB125319 april 2001Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak