Artikel 382 (Gronden herroeping vonnis)
Een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, kan op vordering van een partij worden herroepen indien: a. het berust op bedrog door de wederpartij in het geding gepleegd, b. het berust op stukken, waarvan de valsheid na het vonnis is erkend of bij gewijsde is vastgesteld, of c. de partij na het vonnis stukken van beslissende aard in handen heeft gekregen die door toedoen van de wederpartij waren achtergehouden.
Uitleg in duidelijke taal
Een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, kan op vordering van een partij worden herroepen indien:
Dit betekent dat een rechterlijke uitspraak (vonnis) die definitief is geworden en waartegen geen beroep meer mogelijk is (in kracht van gewijsde is gegaan), op verzoek (op vordering) van een van de betrokken partijen kan worden ingetrokken (herroepen), als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
a. het berust op bedrog door de wederpartij in het geding gepleegd,
Dit houdt in dat het vonnis gebaseerd is (berust op) op bedrog dat door de tegenpartij (wederpartij) tijdens de juridische procedure (in het geding) is gepleegd.
b. het berust op stukken, waarvan de valsheid na het vonnis is erkend of bij gewijsde is vastgesteld, of
Dit betekent dat het vonnis gebaseerd is (berust op) op documenten (stukken) waarvan na de uitspraak is toegegeven (erkend) dat ze vals zijn, of waarvan de valsheid na de uitspraak door een rechterlijke beslissing (bij gewijsde) is vastgesteld.
c. de partij na het vonnis stukken van beslissende aard in handen heeft gekregen die door toedoen van de wederpartij waren achtergehouden.
Dit houdt in dat de partij na de uitspraak (vonnis) documenten van doorslaggevend belang (stukken van beslissende aard) heeft verkregen (in handen heeft gekregen) die door de tegenpartij (wederpartij) met opzet of door nalatigheid (door toedoen van) waren achtergehouden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2009:BH4720 - Hoge Raad - 28 mei 2009
ECLI:NL:HR:2018:727 - Voorlopig getuigenverhoor afgewezen wegens gebrek aan belang na eerdere procedure - 17 mei 2018
Een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor wordt afgewezen wegens onvoldoende belang, indien de beoogde vordering (herroeping of schadevergoeding) geen kans van slagen heeft omdat de feiten al in een eerdere, onherroepelijk beslechte procedure bekend waren of redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn.
ECLI:NL:HR:2022:1188 - Herroeping, Peeters/Gatzen-vordering en formele rechtskracht van belastingaanslagen - 8 september 2022
Een derde die via een Peeters/Gatzen-vordering wordt aangesproken, mag de materiële juistheid van een belastingaanslag betwisten, ook al heeft deze formele rechtskracht. Het niet grondig onderzoeken van de administratie door de curator kan 'toedoen' opleveren voor een vordering tot herroeping.
ECLI:NL:HR:2003:AN7890 - Hoge Raad - 18 december 2003
ECLI:NL:HR:2012:BW4896 - Joodse Omroep: Geen doorbreking appelverbod bij beslissing op herroepingsverzoek - 20 september 2012
De Hoge Raad oordeelt dat het wettelijke appelverbod tegen een beslissing op een verzoek tot herroeping (art. 388 lid 2 Rv) niet doorbroken kan worden. Omdat tegen de beslissing cassatie openstaat, kunnen de doorbrekingsgronden, zoals schending van fundamentele rechtsbeginselen, direct in cassatie worden aangevoerd.
ECLI:NL:HR:2011:BP8693 - Verlenging beroepstermijn bij schending hoor en wederhoor (Van Dooren q.q./Veco) - 26 mei 2011
Indien een ingrijpende beslissing, zoals ontslag van instantie, wordt genomen zonder een partij (de curator) behoorlijk op te roepen, is dit een ernstig processueel verzuim. Op grond van art. 6 EVRM wordt de beroepstermijn dan verlengd tot veertien dagen nadat die partij kennisnam van de beslissing.