Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Zevende titel. Hoger beroep
Derde afdeling. Van de regtspleging in hooger beroep en de gevolgen van hetzelve
Artikel 343

Artikel 343 (Aanvang hoger beroep dagvaardingseisen)

Laatste versie

Het hoger beroep wordt aangevangen door een dagvaarding in dezelfde vorm en met dezelfde vereisten als die in eerste aanleg, zonder dat zij de middelen waarop het hoger beroep gegrond is, behoeft uit te drukken. Artikel 111, tweede lid, onder i, en derde lid, is niet van toepassing. In aanvulling op artikel 111, tweede lid, vermeldt de dagvaarding ook de gevolgen van niet tijdige betaling van het griffierecht.

Uitleg in duidelijke taal

Het hoger beroep wordt aangevangen door een dagvaarding in dezelfde vorm en met dezelfde vereisten als die in eerste aanleg, zonder dat zij de middelen waarop het hoger beroep gegrond is, behoeft uit te drukken. Artikel 111, tweede lid, onder i, en derde lid, is niet van toepassing. In aanvulling op artikel 111, tweede lid, vermeldt de dagvaarding ook de gevolgen van niet tijdige betaling van het griffierecht.

Dit artikel bepaalt dat een hoger beroep wordt gestart (aangevangen) door middel van een dagvaarding. Deze dagvaarding moet dezelfde vorm hebben en aan dezelfde vereisten voldoen als de dagvaarding die in eerste aanleg wordt gebruikt. Het is echter niet noodzakelijk dat de dagvaarding de gronden (middelen) vermeldt waarop het hoger beroep is gebaseerd (gegrond). Artikel 111, tweede lid, onder i, en derde lid, is hierop niet van toepassing. Ter aanvulling op artikel 111, tweede lid, moet de dagvaarding wel de gevolgen vermelden van het niet tijdig betalen van het griffierecht.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1957:AG2023 - Baris/Riezenkamp: De Rechtsverhouding in de Precontractuele Fase

ECLI:NL:HR:1957:AG202315 november 1957Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Baris/Riezenkamp Arrest

Partijen die in onderhandeling treden, komen tot elkaar te staan in een bijzondere, door de goede trouw beheerste rechtsverhouding. Dit brengt mee dat een dwalende partij in beginsel mag afgaan op de juistheid van mededelingen van de wederpartij.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH4033

ECLI:NL:HR:2009:BH403311 september 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Ondernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BT7494

ECLI:NL:HR:2011:BT749416 december 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1959:AI1600

ECLI:NL:HR:1959:AI160030 januari 1959Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht, Goederenrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB0259

ECLI:NL:HR:2001:AB025927 februari 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:ZC1357

ECLI:NL:HR:1994:ZC135729 april 1994Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1990:AB8149

ECLI:NL:HR:1990:AB814927 april 1990Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1968:AB6642

ECLI:NL:HR:1968:AB66421 maart 1968Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1946:67

ECLI:NL:HR:1946:678 februari 1946Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1964:AC4462

ECLI:NL:HR:1964:AC446229 mei 1964Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht