Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Negende afdeling. Bewijs
§ 7. Inzage, afschrift of uittreksel van gegevens
Artikel 195

Artikel 195 (Rechterlijk bevel inzage, afschrift, uittreksel gegevens)

Laatste versie

1. Op verzoek van de partij die daar ingevolge artikel 194, eerste lid, eerste volzin, recht op heeft, kan de rechter de wederpartij bevelen tot het verstrekken van inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde gegevens waarover de wederpartij beschikt. Artikel 194, eerste lid, tweede volzin, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

2. Als de rechter het verzoek toewijst, bepaalt hij in de beslissing de voorwaarden waaronder, de wijze waarop en de termijn waarbinnen inzage, afschrift of uittreksel van de gegevens wordt verstrekt. De rechter kan bepalen dat binnen een door hem te bepalen termijn een voorschot voor de kosten van het verstrekken van inzage, afschrift of uittreksel van de gegevens moet worden voldaan. Deze termijn kan een of meerdere keren worden verlengd.

3. Wordt de beslissing, bedoeld in het tweede lid, door een hogere rechter vernietigd, dan worden de gegevens waarvan inzage, afschrift of uittreksel is verstrekt onverwijld na het in kracht van gewijsde gaan van die beslissing aan de wederpartij teruggegeven onder gelijktijdige vernietiging van alle kopieën.

Uitleg in duidelijke taal

1. Op verzoek van de partij die daar ingevolge artikel 194, eerste lid, eerste volzin, recht op heeft, kan de rechter de wederpartij bevelen tot het verstrekken van inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde gegevens waarover de wederpartij beschikt. Artikel 194, eerste lid, tweede volzin, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent letterlijk: De rechter kan, op verzoek van een partij die hierop recht heeft volgens artikel 194, eerste lid, eerste volzin, de wederpartij bevelen om inzage, een afschrift of een uittreksel te verstrekken van specifieke gegevens die de wederpartij in haar bezit heeft. De bepalingen uit artikel 194, eerste lid, tweede volzin, en het tweede, derde en vierde lid van datzelfde artikel, zijn hier op een vergelijkbare manier van toepassing.

2. Als de rechter het verzoek toewijst, bepaalt hij in de beslissing de voorwaarden waaronder, de wijze waarop en de termijn waarbinnen inzage, afschrift of uittreksel van de gegevens wordt verstrekt. De rechter kan bepalen dat binnen een door hem te bepalen termijn een voorschot voor de kosten van het verstrekken van inzage, afschrift of uittreksel van de gegevens moet worden voldaan. Deze termijn kan een of meerdere keren worden verlengd.

Dit betekent letterlijk: Indien de rechter het verzoek goedkeurt (toewijst), dan stelt hij in zijn beslissing vast onder welke voorwaarden, op welke manier en binnen welke termijn de inzage, het afschrift of het uittreksel van de gegevens moet worden gegeven. De rechter heeft ook de mogelijkheid om te beslissen dat er binnen een door hem vastgestelde termijn een voorschot betaald moet worden voor de kosten die gemoeid zijn met het verstrekken van de inzage, het afschrift of het uittreksel. Deze termijn voor betaling kan eenmaal of vaker worden verlengd.

3. Wordt de beslissing, bedoeld in het tweede lid, door een hogere rechter vernietigd, dan worden de gegevens waarvan inzage, afschrift of uittreksel is verstrekt onverwijld na het in kracht van gewijsde gaan van die beslissing aan de wederpartij teruggegeven onder gelijktijdige vernietiging van alle kopieën.

Dit betekent letterlijk: Als de beslissing van de rechter, zoals genoemd in het tweede lid, door een hogere rechter ongeldig wordt verklaard (vernietigd), dan moeten de gegevens waarvan inzage, een afschrift of een uittreksel is verstrekt, direct (onverwijld) nadat de vernietigende beslissing van de hogere rechter definitief is geworden (in kracht van gewijsde is gegaan), worden teruggegeven aan de wederpartij. Tegelijkertijd moeten alle kopieën van deze gegevens worden vernietigd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK1639 - Tussentijds beroep tegen bevel voorschot deskundigenkosten is niet toegestaan - 21 januari 2010

ECLI:NL:HR:2010:BK163921 januari 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een beslissing tot het deponeren van een voorschot voor deskundigenkosten is geen voorlopige voorziening in de zin van art. 401a lid 1 Rv. Het is een instructiebeslissing die de voortgang van de zaak dient, waardoor tussentijds cassatieberoep zonder verlof van de rechter is uitgesloten.

Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE3345 - Hoge Raad - 12 september 2002

ECLI:NL:HR:2002:AE334512 september 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:3302 - Rechtbank Gelderland - 28 mei 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:330228 mei 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2281 - Rechtbank Midden-Nederland - 24 april 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:228124 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2 - Rechtbank Midden-Nederland - 2 januari 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:22 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:5689 - Rechtbank Rotterdam - 7 mei 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:56897 mei 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:10835 - Rechtbank Noord-Holland - 21 oktober 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:1083521 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:9769 - Rechtbank Rotterdam - 3 oktober 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:97693 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:6885 - Rechtbank Limburg - 1 oktober 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:68851 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:6115 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 30 september 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:611530 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak