Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Negende afdeling. Bewijs
§ 1. Algemene bepalingen van bewijsrecht
Artikel 155

Artikel 155 (Continuïteit rechter bij bewijs en eindvonnis)

Laatste versie

1. De rechter ten overstaan van wie in een zaak bewijs is bijgebracht, zal daarin zoveel als mogelijk het eindvonnis wijzen of medewijzen.

2. Van een afwijking van deze regel en de oorzaak daarvan wordt in het vonnis melding gemaakt. Tegen de afwijking staat geen voorziening open.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter ten overstaan van wie in een zaak bewijs is bijgebracht, zal daarin zoveel als mogelijk het eindvonnis wijzen of medewijzen.

Dit betekent letterlijk: De rechter bij wie (ten overstaan van wie) in een rechtszaak bewijs is aangeleverd (bijgebracht), moet in diezelfde zaak (daarin) zo veel als praktisch uitvoerbaar is (zoveel als mogelijk) het eindvonnis formuleren (wijzen) of mede formuleren (medewijzen).

2. Van een afwijking van deze regel en de oorzaak daarvan wordt in het vonnis melding gemaakt. Tegen de afwijking staat geen voorziening open.

Dit betekent letterlijk: Als van deze regel wordt afgeweken (een afwijking), en wat de reden (oorzaak) daarvoor is, dan wordt daarvan in het vonnis een aantekening gemaakt (melding gemaakt). Tegen de beslissing om af te wijken (de afwijking) kan geen rechtsmiddel worden aangewend (staat geen voorziening open).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad81x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3264 - Mondelinge behandeling: in beginsel voor de volledige meervoudige kamer

ECLI:NL:HR:2017:326422 december 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een mondelinge behandeling die dient om partijen hun stellingen te laten toelichten in een meervoudig te beslissen zaak, moet in beginsel plaatsvinden voor de volledige kamer. Afwijking is mogelijk, maar partijen moeten hierover worden geïnformeerd en kunnen een meervoudige behandeling verzoeken.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad56x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:472 - Regels rechterswisseling aangescherpt en plicht tot beoordeling subsidiaire grondslagen

ECLI:NL:HR:2020:47220 maart 2020Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Het hof moet subsidiaire grondslagen (onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking) apart beoordelen, ook als de primaire vordering (wanprestatie) faalt door gebrek aan schade. De Hoge Raad scherpt bovendien de regels voor rechterswisseling na een mondelinge behandeling aan: het gerecht moet partijen nu voorafgaand aan elke volgende uitspraak informeren.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad59x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3259 - Hoorzitting voor raadsheer-commissaris: wanneer is dit toegestaan in meervoudige zaken?

ECLI:NL:HR:2017:325922 december 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een mondelinge behandeling die (mede) dient om stellingen toe te lichten in een meervoudige zaak, moet in beginsel plaatsvinden voor de volledige kamer. Partijen moeten de kans krijgen een meervoudige zitting te verzoeken, wat slechts op zwaarwegende gronden mag worden afgewezen.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1711 - Rechterswisseling na mondelinge behandeling versus na getuigenverhoor: verschillende regels

ECLI:NL:HR:2020:171130 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad onderscheidt de regels voor rechterswisseling. Na een mondelinge behandeling is actieve melding vereist. Na een getuigenverhoor niet. Het verzuim om de reden voor vervanging van de raadsheer-commissaris te vermelden (art. 155 lid 2 Rv) leidt niet tot cassatie.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1712 - Rechterswisseling: onderscheid mededelingsplicht na zitting en na getuigenverhoor

ECLI:NL:HR:2020:171230 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat er geen plicht is om partijen vooraf te informeren over de vervanging van de raadsheer-commissaris die getuigen heeft gehoord. Schending van de plicht om deze vervanging in de uitspraak te motiveren (art. 155 lid 2 Rv) leidt niet tot cassatie.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BG4012

ECLI:NL:HR:2009:BG401216 januari 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1735

ECLI:NL:HR:2020:17356 november 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2017:3103

ECLI:NL:HR:2017:31038 december 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak