Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Vierde afdeling. Dagvaarding
Artikel 121

Artikel 121 (Gebrekkige dagvaarding, gevolgen niet-verschijning gedaagde)

Laatste versie

1. Verschijnt de gedaagde niet in het geding dan wel verzuimt hij advocaat te stellen hoewel hem dat bij dagvaarding was aangezegd, en blijkt aan de rechter dat het exploot van dagvaarding lijdt aan een gebrek dat nietigheid meebrengt, dan verleent de rechter geen verstek tegen hem.

2. In het geval bedoeld in het eerste lid bepaalt de rechter een nieuwe roldatum en beveelt hij dat deze door de eiser bij exploot aan de gedaagde wordt aangezegd met herstel van het gebrek op kosten van de eiser.

3. Is echter aannemelijk dat het exploot van dagvaarding de gedaagde als gevolg van het gebrek niet heeft bereikt, dan spreekt de rechter de nietigheid van het exploot uit.

Uitleg in duidelijke taal

1. Verschijnt de gedaagde niet in het geding dan wel verzuimt hij advocaat te stellen hoewel hem dat bij dagvaarding was aangezegd, en blijkt aan de rechter dat het exploot van dagvaarding lijdt aan een gebrek dat nietigheid meebrengt, dan verleent de rechter geen verstek tegen hem.

Dit betekent letterlijk: Als de gedaagde niet aanwezig is bij de rechtszaak (niet in het geding verschijnt) of nalaat (verzuimt) een advocaat in te schakelen, terwijl dit hem wel via de dagvaarding was medegedeeld (aangezegd), en als de rechter constateert (blijkt aan de rechter) dat het officiële stuk van de dagvaarding (exploot van dagvaarding) een fout (gebrek) bevat die tot ongeldigheid (nietigheid) leidt, dan zal de rechter geen uitspraak bij verstek (verstek) doen tegen de gedaagde.

2. In het geval bedoeld in het eerste lid bepaalt de rechter een nieuwe roldatum en beveelt hij dat deze door de eiser bij exploot aan de gedaagde wordt aangezegd met herstel van het gebrek op kosten van de eiser.

Dit betekent letterlijk: In de situatie die in het eerste lid is beschreven, stelt de rechter een nieuwe datum vast waarop de zaak voor de rechtbank komt (nieuwe roldatum). De rechter geeft tevens de opdracht (beveelt) dat de eiser deze nieuwe datum officieel aan de gedaagde moet laten weten (bij exploot aanzeggen), waarbij het gebrek in de oorspronkelijke dagvaarding moet worden gecorrigeerd (herstel van het gebrek). De kosten hiervoor zijn voor rekening van de eiser.

3. Is echter aannemelijk dat het exploot van dagvaarding de gedaagde als gevolg van het gebrek niet heeft bereikt, dan spreekt de rechter de nietigheid van het exploot uit.

Dit betekent letterlijk: Als het echter waarschijnlijk is (aannemelijk is) dat de gedaagde het officiële stuk van de dagvaarding (exploot van dagvaarding) niet heeft ontvangen juist vanwege het aanwezige gebrek, dan verklaart de rechter het exploot ongeldig (spreekt de nietigheid uit).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:2101 - Betekening exploot met geheim adres is geldig zonder onredelijke benadeling - 17 december 2020

ECLI:NL:HR:2020:210117 december 2020Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

Het ontbreken van een woonadres in een exploot wegens een geheimhoudingsindicatie leidt niet tot nietigheid, zolang de identiteit van de persoon vaststaat en deze niet onredelijk in zijn verdedigingsbelang is geschaad. De mededeling van de deurwaarder is voldoende voor een rechtsgeldige betekening.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AX6248 - Hoge Raad - 29 juni 2006

ECLI:NL:HR:2006:AX624829 juni 2006Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:927 - Hoge Raad - 9 april 2015

ECLI:NL:HR:2015:9279 april 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA2499 - Hoge Raad - 12 juli 2007

ECLI:NL:HR:2007:BA249912 juli 2007Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:649 - Processueel ondeelbare rechtsverhouding: oproepingsplicht in cassatie blijft bestaan - 19 april 2018

ECLI:NL:HR:2018:64919 april 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij een processueel ondeelbare rechtsverhouding, zoals een vordering tot verdeling van een nalatenschap, rust op de partij die cassatie instelt de verplichting om alle betrokken partijen op te roepen. Deze plicht vervalt niet, ook al is men in hoger beroep tegen die partijen niet-ontvankelijk verklaard.

Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2629 - Overschrijding betekeningstermijn art. 112 Rv en de gevolgen voor verstekverlening - 12 oktober 2017

ECLI:NL:HR:2017:262912 oktober 2017Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Overschrijding van de tweewekentermijn voor betekening van het oproepingsbericht (art. 112 lid 1 Rv) leidt niet tot nietigheid. Verstekverlening is mogelijk, mits de verweerder tussen de betekening en de uiterste verschijndatum ten minste twee weken de tijd heeft gehad om te reageren.

Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:803 - Hoge Raad - 23 april 2020

ECLI:NL:HR:2020:80323 april 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:481 - Betekeningstermijn echtscheidingsverzoek: geen fatale termijn, herstel mogelijk - 31 maart 2022

ECLI:NL:HR:2022:48131 maart 2022Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Het niet naleven van de veertiendagentermijn voor betekening van een echtscheidingsverzoek (art. 816 lid 1 Rv) leidt niet automatisch tot niet-ontvankelijkheid. Gezien het doel van de bepaling (hoor en wederhoor) moet de rechter, bij een te late betekening, herstel bieden door de wederpartij een nieuwe termijn voor verweer te geven.

Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:854 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2024

ECLI:NL:PHR:2024:85429 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2006:AY7262 - Hoge Raad - 31 augustus 2006

ECLI:NL:HR:2006:AY726231 augustus 2006Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak