Artikel 121 (Gebrekkige dagvaarding, gevolgen niet-verschijning gedaagde)
1. Verschijnt de gedaagde niet in het geding dan wel verzuimt hij advocaat te stellen hoewel hem dat bij dagvaarding was aangezegd, en blijkt aan de rechter dat het exploot van dagvaarding lijdt aan een gebrek dat nietigheid meebrengt, dan verleent de rechter geen verstek tegen hem.
2. In het geval bedoeld in het eerste lid bepaalt de rechter een nieuwe roldatum en beveelt hij dat deze door de eiser bij exploot aan de gedaagde wordt aangezegd met herstel van het gebrek op kosten van de eiser.
3. Is echter aannemelijk dat het exploot van dagvaarding de gedaagde als gevolg van het gebrek niet heeft bereikt, dan spreekt de rechter de nietigheid van het exploot uit.
Uitleg in duidelijke taal
1. Verschijnt de gedaagde niet in het geding dan wel verzuimt hij advocaat te stellen hoewel hem dat bij dagvaarding was aangezegd, en blijkt aan de rechter dat het exploot van dagvaarding lijdt aan een gebrek dat nietigheid meebrengt, dan verleent de rechter geen verstek tegen hem.
Dit betekent letterlijk: Als de gedaagde niet aanwezig is bij de rechtszaak (niet in het geding verschijnt) of nalaat (verzuimt) een advocaat in te schakelen, terwijl dit hem wel via de dagvaarding was medegedeeld (aangezegd), en als de rechter constateert (blijkt aan de rechter) dat het officiële stuk van de dagvaarding (exploot van dagvaarding) een fout (gebrek) bevat die tot ongeldigheid (nietigheid) leidt, dan zal de rechter geen uitspraak bij verstek (verstek) doen tegen de gedaagde.
2. In het geval bedoeld in het eerste lid bepaalt de rechter een nieuwe roldatum en beveelt hij dat deze door de eiser bij exploot aan de gedaagde wordt aangezegd met herstel van het gebrek op kosten van de eiser.
Dit betekent letterlijk: In de situatie die in het eerste lid is beschreven, stelt de rechter een nieuwe datum vast waarop de zaak voor de rechtbank komt (nieuwe roldatum). De rechter geeft tevens de opdracht (beveelt) dat de eiser deze nieuwe datum officieel aan de gedaagde moet laten weten (bij exploot aanzeggen), waarbij het gebrek in de oorspronkelijke dagvaarding moet worden gecorrigeerd (herstel van het gebrek). De kosten hiervoor zijn voor rekening van de eiser.
3. Is echter aannemelijk dat het exploot van dagvaarding de gedaagde als gevolg van het gebrek niet heeft bereikt, dan spreekt de rechter de nietigheid van het exploot uit.
Dit betekent letterlijk: Als het echter waarschijnlijk is (aannemelijk is) dat de gedaagde het officiële stuk van de dagvaarding (exploot van dagvaarding) niet heeft ontvangen juist vanwege het aanwezige gebrek, dan verklaart de rechter het exploot ongeldig (spreekt de nietigheid uit).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:2101 - Betekening exploot met geheim adres is geldig zonder onredelijke benadeling - 17 december 2020
Het ontbreken van een woonadres in een exploot wegens een geheimhoudingsindicatie leidt niet tot nietigheid, zolang de identiteit van de persoon vaststaat en deze niet onredelijk in zijn verdedigingsbelang is geschaad. De mededeling van de deurwaarder is voldoende voor een rechtsgeldige betekening.
ECLI:NL:HR:2006:AX6248 - Hoge Raad - 29 juni 2006
ECLI:NL:HR:2015:927 - Hoge Raad - 9 april 2015
ECLI:NL:HR:2007:BA2499 - Hoge Raad - 12 juli 2007
ECLI:NL:HR:2018:649 - Processueel ondeelbare rechtsverhouding: oproepingsplicht in cassatie blijft bestaan - 19 april 2018
Bij een processueel ondeelbare rechtsverhouding, zoals een vordering tot verdeling van een nalatenschap, rust op de partij die cassatie instelt de verplichting om alle betrokken partijen op te roepen. Deze plicht vervalt niet, ook al is men in hoger beroep tegen die partijen niet-ontvankelijk verklaard.
ECLI:NL:HR:2017:2629 - Overschrijding betekeningstermijn art. 112 Rv en de gevolgen voor verstekverlening - 12 oktober 2017
Overschrijding van de tweewekentermijn voor betekening van het oproepingsbericht (art. 112 lid 1 Rv) leidt niet tot nietigheid. Verstekverlening is mogelijk, mits de verweerder tussen de betekening en de uiterste verschijndatum ten minste twee weken de tijd heeft gehad om te reageren.
ECLI:NL:HR:2020:803 - Hoge Raad - 23 april 2020
ECLI:NL:HR:2022:481 - Betekeningstermijn echtscheidingsverzoek: geen fatale termijn, herstel mogelijk - 31 maart 2022
Het niet naleven van de veertiendagentermijn voor betekening van een echtscheidingsverzoek (art. 816 lid 1 Rv) leidt niet automatisch tot niet-ontvankelijkheid. Gezien het doel van de bepaling (hoor en wederhoor) moet de rechter, bij een te late betekening, herstel bieden door de wederpartij een nieuwe termijn voor verweer te geven.