Artikel 1076 (Erkenning tenuitvoerlegging buitenlands arbitraal vonnis)
1. Is geen erkennings- en tenuitvoerleggingsverdrag van toepassing of laat een toepasselijk verdrag toe, zich te beroepen op de wet van het land waar de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, dan kan een in een vreemde Staat gewezen arbitraal vonnis in Nederland worden erkend en kan daarvan in Nederland de tenuitvoerlegging door een van de partijen worden verzocht, tegen overlegging van het origineel of een gewaarmerkt afschrift, van de overeenkomst tot arbitrage en van het arbitraal vonnis, tenzij:
A. de partij tegen wie de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, stelt en bewijst dat:
a. een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt onder het op die overeenkomst toepasselijke recht; b. het scheidsgerecht in strijd met de daarvoor geldende regelen is samengesteld; c. het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden; d. tegen het arbitraal vonnis hoger beroep bij arbiters of de rechter openstaat in het land waar het arbitraal vonnis is gewezen; e. het arbitraal vonnis is vernietigd door een bevoegde autoriteit van het land waar dat vonnis is gewezen;
B. de rechter oordeelt dat de erkenning of tenuitvoerlegging strijdig is met de openbare orde.
2. De grond onder Aa van het eerste lid leidt niet tot weigering van erkenning of tenuitvoerlegging, indien de partij die zich daarop beroept, in het arbitraal geding is verschenen en heeft nagelaten voor alle weren een beroep te doen op de onbevoegdheid van het scheidsgerecht op grond dat een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt.
3. De grond onder Ab van het eerste lid leidt niet tot weigering van erkenning of tenuitvoerlegging, indien de partij die zich daarop beroept, aan de samenstelling van het scheidsgerecht heeft medegewerkt of indien de partij die niet aan de samenstelling van het scheidsgerecht heeft medegewerkt, in het arbitraal geding is verschenen en heeft nagelaten voor alle weren een beroep te doen op de onbevoegdheid van het scheidsgerecht op de grond dat het scheidsgerecht in strijd met de daarvoor geldende regelen is samengesteld.
4. De grond onder A sub c van het eerste lid leidt niet tot weigering van de erkenning of tenuitvoerlegging, indien het niet houden aan de opdracht niet van ernstige aard is. Evenmin kan de grond onder A sub c van het eerste lid leiden tot weigering van de erkenning of tenuitvoerlegging, indien de partij die deze aanvoert aan het geding heeft deelgenomen zonder daarop tijdig een beroep te doen, hoewel haar bekend was dat het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht hield.
5. Is meer of anders toegewezen dan gevorderd, dan is het arbitraal vonnis voor gedeeltelijke erkenning of tenuitvoerlegging vatbaar voorzover het anders of meer toegewezene kan worden gescheiden van het overige gedeelte van het vonnis.
6. De artikelen 985 tot en met 991 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het gerechtshof in de plaats treedt van de rechtbank, de termijn voor beroep in cassatie drie maanden bedraagt en geen bescheiden behoeven te worden overgelegd waaruit blijkt dat het arbitraal vonnis uitvoerbaar is in het land waar het is gewezen.
7. De artikelen 261 tot en met 291 zijn van toepassing op het verzoek voorzover niet anders is bepaald in het zesde lid van dit artikel.
8. Indien de vernietiging van een in een vreemde Staat gewezen arbitraal vonnis is verzocht aan de bevoegde autoriteit van het land waar dat vonnis is gewezen, is, indien in Nederland de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, artikel 1066, tweede tot en met het zesde lid, van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Is geen erkennings- en tenuitvoerleggingsverdrag van toepassing of laat een toepasselijk verdrag toe, zich te beroepen op de wet van het land waar de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, dan kan een in een vreemde Staat gewezen arbitraal vonnis in Nederland worden erkend en kan daarvan in Nederland de tenuitvoerlegging door een van de partijen worden verzocht, tegen overlegging van het origineel of een gewaarmerkt afschrift, van de overeenkomst tot arbitrage en van het arbitraal vonnis, tenzij:
Dit lid bepaalt dat indien er geen verdrag inzake erkenning en tenuitvoerlegging van toepassing is, of indien een toepasselijk verdrag toestaat om een beroep te doen op de wetgeving van het land waar om erkenning of tenuitvoerlegging wordt gevraagd, een arbitraal vonnis dat in een ander land (een vreemde Staat) is uitgesproken, in Nederland kan worden erkend. Bovendien kan een van de partijen in Nederland verzoeken om de tenuitvoerlegging van dat vonnis. Voor dit verzoek moeten het originele exemplaar of een gewaarmerkt afschrift van zowel de overeenkomst tot arbitrage als het arbitraal vonnis worden overgelegd. Er zijn echter uitzonderingen, die hierna worden genoemd.
A. de partij tegen wie de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, stelt en bewijst dat:
Dit betekent dat de erkenning of tenuitvoerlegging niet plaatsvindt als de partij, tegen wie deze procedures gericht zijn, aantoont en bewijst dat een van de volgende situaties zich voordoet:
a. een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt onder het op die overeenkomst toepasselijke recht;
Dit houdt in dat er geen rechtsgeldige overeenkomst tot arbitrage bestaat volgens het recht dat op die specifieke overeenkomst van toepassing is.
b. het scheidsgerecht in strijd met de daarvoor geldende regelen is samengesteld;
Dit betekent dat de samenstelling van het scheidsgerecht niet heeft plaatsgevonden conform de regels die daarvoor gelden.
c. het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden;
Dit betekent dat het scheidsgerecht de grenzen van zijn taak of bevoegdheid heeft overschreden.
d. tegen het arbitraal vonnis hoger beroep bij arbiters of de rechter openstaat in het land waar het arbitraal vonnis is gewezen;
Dit houdt in dat er in het land waar het arbitrale vonnis is uitgesproken, nog een mogelijkheid bestaat om tegen dit vonnis in hoger beroep te gaan bij andere arbiters of bij een reguliere rechter.
e. het arbitraal vonnis is vernietigd door een bevoegde autoriteit van het land waar dat vonnis is gewezen;
Dit betekent dat een daartoe bevoegde instantie in het land waar het arbitrale vonnis oorspronkelijk is uitgesproken, dit vonnis ongeldig heeft verklaard.
B. de rechter oordeelt dat de erkenning of tenuitvoerlegging strijdig is met de openbare orde.
Dit betekent dat de rechter tot het oordeel komt dat het erkennen of uitvoeren van het arbitrale vonnis in strijd zou zijn met de fundamentele principes van het Nederlandse rechtssysteem (de openbare orde).
2. De grond onder Aa van het eerste lid leidt niet tot weigering van erkenning of tenuitvoerlegging, indien de partij die zich daarop beroept, in het arbitraal geding is verschenen en heeft nagelaten voor alle weren een beroep te doen op de onbevoegdheid van het scheidsgerecht op grond dat een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt.
Dit lid stelt dat de reden genoemd onder A, sub a, van het eerste lid (het ontbreken van een geldige arbitrageovereenkomst) geen reden is om erkenning of tenuitvoerlegging te weigeren, als de partij die zich hierop beroept, wel is verschenen in de arbitrageprocedure. Dit geldt specifiek als die partij heeft verzuimd om, voordat zij andere verweren voerde, aan te voeren dat het scheidsgerecht onbevoegd was omdat er geen geldige arbitrageovereenkomst bestond.
3. De grond onder Ab van het eerste lid leidt niet tot weigering van erkenning of tenuitvoerlegging, indien de partij die zich daarop beroept, aan de samenstelling van het scheidsgerecht heeft medegewerkt of indien de partij die niet aan de samenstelling van het scheidsgerecht heeft medegewerkt, in het arbitraal geding is verschenen en heeft nagelaten voor alle weren een beroep te doen op de onbevoegdheid van het scheidsgerecht op de grond dat het scheidsgerecht in strijd met de daarvoor geldende regelen is samengesteld.
Dit lid bepaalt dat de reden genoemd onder A, sub b, van het eerste lid (onjuiste samenstelling van het scheidsgerecht) geen reden is voor weigering van erkenning of tenuitvoerlegging in twee situaties. Ten eerste, als de partij die zich hierop beroept, heeft meegewerkt aan de samenstelling van het scheidsgerecht. Ten tweede, als de partij die niet heeft meegewerkt aan de samenstelling, wel is verschenen in de arbitrageprocedure en heeft verzuimd om, voordat zij andere verweren voerde, aan te voeren dat het scheidsgerecht onbevoegd was omdat het in strijd met de geldende regels was samengesteld.
4. De grond onder A sub c van het eerste lid leidt niet tot weigering van de erkenning of tenuitvoerlegging, indien het niet houden aan de opdracht niet van ernstige aard is. Evenmin kan de grond onder A sub c van het eerste lid leiden tot weigering van de erkenning of tenuitvoerlegging, indien de partij die deze aanvoert aan het geding heeft deelgenomen zonder daarop tijdig een beroep te doen, hoewel haar bekend was dat het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht hield.
Dit lid specificeert dat de reden genoemd onder A, sub c, van het eerste lid (scheidsgerecht houdt zich niet aan opdracht) niet leidt tot weigering van erkenning of tenuitvoerlegging als het niet naleven van de opdracht niet ernstig van aard is. Diezelfde reden kan ook niet tot weigering leiden als de partij die dit argument aanvoert, heeft deelgenomen aan de procedure zonder tijdig bezwaar te maken, terwijl zij wist dat het scheidsgerecht zijn opdracht overschreed.
5. Is meer of anders toegewezen dan gevorderd, dan is het arbitraal vonnis voor gedeeltelijke erkenning of tenuitvoerlegging vatbaar voorzover het anders of meer toegewezene kan worden gescheiden van het overige gedeelte van het vonnis.
Dit lid stelt dat indien het arbitrale vonnis meer of iets anders toewijst dan wat oorspronkelijk was geëist (gevorderd), het vonnis toch gedeeltelijk kan worden erkend of ten uitvoer gelegd. Dit is mogelijk voor zover datgene wat anders of meer is toegewezen, gescheiden kan worden van de rest van het vonnis.
6. De artikelen 985 tot en met 991 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het gerechtshof in de plaats treedt van de rechtbank, de termijn voor beroep in cassatie drie maanden bedraagt en geen bescheiden behoeven te worden overgelegd waaruit blijkt dat het arbitraal vonnis uitvoerbaar is in het land waar het is gewezen.
Dit lid bepaalt dat de artikelen 985 tot en met 991 op een vergelijkbare manier van toepassing zijn, maar met de volgende specifieke aanpassingen: het gerechtshof vervult de rol van de rechtbank, de periode om beroep in cassatie in te stellen is drie maanden, en het is niet vereist om documenten (bescheiden) te overleggen die aantonen dat het arbitrale vonnis uitvoerbaar is in het land waar het is uitgesproken.
7. De artikelen 261 tot en met 291 zijn van toepassing op het verzoek voorzover niet anders is bepaald in het zesde lid van dit artikel.
Dit lid geeft aan dat de artikelen 261 tot en met 291 van toepassing zijn op het verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging, tenzij het zesde lid van dit huidige artikel (artikel 1076) iets anders bepaalt.
8. Indien de vernietiging van een in een vreemde Staat gewezen arbitraal vonnis is verzocht aan de bevoegde autoriteit van het land waar dat vonnis is gewezen, is, indien in Nederland de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, artikel 1066, tweede tot en met het zesde lid, van overeenkomstige toepassing.
Dit lid stelt dat als er bij de bevoegde autoriteit in het land waar een arbitraal vonnis is uitgesproken, een verzoek is ingediend om dat vonnis te vernietigen, en tegelijkertijd in Nederland om erkenning of tenuitvoerlegging van datzelfde vonnis wordt gevraagd, dan zijn de bepalingen van artikel 1066, leden twee tot en met zes, op een vergelijkbare manier van toepassing.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2015:1077
ECLI:NL:HR:2015:1194
ECLI:NL:HR:2018:918 - New York Verdrag: Tenuitvoerlegging geweigerd na herziening door appelarbiters
Een arbitraal vonnis ('Final Award') kan niet in Nederland worden tenuitvoergelegd als een latere herzieningsuitspraak ('Resolution') door andere arbiters, in overeenstemming met de arbitrageovereenkomst en het toepasselijke recht, de rechtskracht aan dat vonnis heeft ontnomen. Dit valt onder de weigeringsgrond van art. V lid 1(e) Verdrag van New York.
ECLI:NL:HR:2021:1990 - Overgangsrecht Arbitragewet geldt ook voor buitenlandse arbitrages
Het overgangsrecht van de Wet modernisering arbitragerecht (art. IV) is een uitputtende regeling die ook van toepassing is op buitenlandse arbitrages. Bepalend is de startdatum van de arbitrage, niet de datum van de gerechtelijke procedure voor erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland.
ECLI:NL:HR:2010:BO4929
ECLI:NL:HR:2023:1072
ECLI:NL:HR:2017:555 - Hoge Raad: Geen hoger beroep tegen erkenning buitenlands arbitraal vonnis
Het non-discriminatieverbod van art. III Verdrag van New York brengt mee dat tegen een rechterlijk verlof tot erkenning van een buitenlands arbitraal vonnis geen hoger beroep openstaat, analoog aan de regeling voor binnenlandse vonnissen. Een uitzondering wegens schending van art. 6 EVRM is beperkt.