Artikel 7a
1. Voor degene aan wie op grond van de Beschikking superheffing SLOM-deelnemers (Stcrt. 1989, 94) een specifieke referentiehoeveelheid melk is toegewezen, wordt de overeenkomstig de artikelen 2 en 3 bepaalde hoeveelheid dierlijke meststoffen afkomstig van rundvee zoals deze hoeveelheid in voorkomend geval is gewijzigd door toepassing van artikel 9, vermeerderd met de overeenkomstig het tweede lid te bepalen bijzondere hoeveelheid.
2. De in het eerste lid bedoelde bijzondere hoeveelheid dierlijke meststoffen wordt vastgesteld door de toegewezen specifieke referentiehoeveelheid melk, te delen door 5 500 en de uitkomst van deze deling te vermenigvuldigen met 50 kilogram fosfaat.
3. De in het eerste en tweede lid bedoelde bijzondere hoeveelheid dierlijke meststoffen geldt voor betrokkene slechts voor de duur van de toewijzing van de specifieke referentiehoeveelheid melk en vermindert, indien artikel 6, derde lid, van de Beschikking superheffing SLOM-deelnemers van toepassing is, voor betrokkene met een aan de vermindering van de specifieke referentiehoeveelheid melk evenredig gedeelte.
4. Ter uitvoering van dit artikel kunnen desgevraagd door of namens Onze Minister binnen de daartoe gestelde termijn nadere gegevens worden verlangd.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2006]