Artikel 3e
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, dient de producent van dierlijke meststoffen door wie dierlijke meststoffen worden geproduceerd, afkomstig van eenden, vossen, nertsen, konijnen, schapen of geiten, indien hij geen opgave als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, heeft gedaan, maar door hem wel tevens dierlijke meststoffen worden geproduceerd afkomstig van varkens, kippen, runderen of kalkoenen tot ten hoogste de hoeveelheid, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Meststoffenwet, op het in artikel 2, derde lid, bedoelde formulier naast de eenden, vossen, nertsen, konijnen, schapen en geiten ook de per 31 december 1991 door hem gehouden varkens, kippen, runderen en kalkoenen op te geven.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, dient de producent van dierlijke meststoffen door wie dierlijke meststoffen worden geproduceerd, afkomstig van eenden, vossen, nertsen, konijnen, schapen of geiten, indien eerder ingevolge artikel 2, eerste en tweede lid, opgave is gedaan van de op het bedrijf gehouden varkens, kippen, runderen of kalkoenen, resulterend in een mestproduktie beneden de hoeveelheid, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Meststoffenwet, op het in artikel 2, derde lid, bedoelde formulier naast de eenden, vossen, nertsen, konijnen, schapen en geiten, ook de per 31 december 1991 door hem gehouden varkens, kippen, runderen en kalkoenen op te geven, voor zover deze aantallen dieren resulteren in een mestproduktie die groter is dan de geregistreerde produktie per 31 december 1986, doch die niet groter is dan de produktie, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Meststoffenwet.
3. Het tweede en derde lid van artikel 3 zijn van overeenkomstige toepassing.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2006]