Terug naar bibliotheek
Regeling vergoeding beroepsziekten politieArtikel 2

Artikel 2

Laatste versie

1. De ambtenaar kan bij het bevoegd gezag een aanvraag indienen tot erkenning van zijn klachten als beroepsziekte.

2. De ambtenaar die klachten heeft die kunnen leiden tot een beroepsziekte welke heeft geleid of kan leiden tot invaliditeit of tot het verergeren van bestaande invaliditeit:

a. meldt deze zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen 150 dagen na de in het eerste lid bedoelde aanvraag; b. licht het bevoegd gezag zo volledig mogelijk in over de klachten die kunnen leiden tot een beroepsziekte en de vermoedelijke oorzaak of oorzaken ervan; c. stelt zich zo spoedig mogelijk onder geneeskundige behandeling; d. doet al het mogelijke om een spoedig herstel te bevorderen, onder meer door de aanwijzingen van de behandelend arts op te volgen; en e. verleent zijn medewerking aan de vaststelling van de als gevolg van de klachten ontstane invaliditeit.

3. Indien de ambtenaar verzuimt te handelen overeenkomstig het tweede lid, onderdelen a tot en met e, kan alleen recht op smartengeld ontstaan indien:

a. hij aannemelijk maakt dat de ontstane invaliditeit uitsluitend het gevolg is van de beroepsziekte en b. hij aantoont dat het bevoegd gezag als gevolg van dit verzuim niet in zijn belangen is geschaad.

4. Een ander kan namens de ambtenaar voldoen aan het tweede lid, onderdelen a en b, en het derde lid, onderdeel a, mits die ander geacht kan worden de belangen van de ambtenaar te vertegenwoordigen.

5. Onderzoekskosten die voortvloeien uit het derde lid komen voor rekening van de ambtenaar.

Details

[Regeling vervallen per 01-04-2025]