Artikel 3
1. De S&O-inhoudingsplichtige of de S&O-belastingplichtige voert gedurende het kalenderjaar waarvoor de S&O-verklaring afgegeven is per project een zodanige administratie dat daaruit op eenvoudige en duidelijke wijze zijn af te leiden:
a. de aard, inhoud en voortgang van het werk dat is verricht; b. op welke dagen door een werknemer van de S&O-inhoudingsplichtige of door de S&O-belastingplichtige het werk is verricht en om hoeveel uur het per dag ging.
2. Onverminderd het eerste lid voert de S&O-inhoudingsplichtige, ingeval aan hem een S&O-verklaring is afgegeven die ook een bedrag aan kosten en uitgaven als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel d, van de wet bevat, gedurende het kalenderjaar waarvoor de S&O-verklaring afgegeven is per project een zodanige administratie dat daaruit op eenvoudige en duidelijke wijze zijn af te leiden:
a. dat de kosten en uitgaven uitsluitend dienstbaar, onderscheidenlijk dienstbaar, en direct toerekenbaar zijn aan het werk dat in het betreffende kalenderjaar is verricht; b. het bedrag aan de gerealiseerde kosten en uitgaven; c. de datum waarop de kosten en uitgaven zijn betaald.
3. Ingeval een S&O-verklaring is afgegeven waarin een bedrag aan kosten en uitgaven is toegekend van een lichaam dat deel uitmaakt van dezelfde fiscale eenheid als de S&O-inhoudingsplichtige, is de S&O-inhoudingsplichtige ook wat betreft deze kosten en uitgaven gehouden een administratie als bedoeld in het tweede lid te voeren.
4. De S&O-inhoudingsplichtige of de S&O-belastingplichtige houdt de administratie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, zodanig bij dat deze binnen twee maanden na afloop van het kalenderkwartaal waarin het werk is verricht, beschikbaar is voor controle.
5. De S&O-inhoudingsplichtige of de S&O-belastingplichtige houdt de administratie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, steeds zodanig bij dat deze uiterlijk 10 werkdagen na een dag waarop het werk is verricht, beschikbaar is voor controle.
6. De S&O-inhoudingsplichtige houdt de administratie, bedoeld in het tweede en derde lid, zodanig bij dat deze op het moment van de S&O-mededeling, bedoeld in artikel 24, derde en vierde lid, van de wet, beschikbaar is voor controle.