Artikel 8
1 Indien de mentor, bedoeld in artikel 452, zevende lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, wordt benoemd van twee personen die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd of op andere wijze een economische eenheid vormen, stelt de kantonrechter zijn beloning vast overeenkomstig het bepaalde in het tweede tot en met vijfde lid.
2 Indien het twee mentorschappen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 2.524.
3 Indien het een mentorschap als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a, en een mentorschap als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 2.892.
4 Indien het twee mentorschappen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.265.
5 Naast de jaarbeloning kent de kantonrechter in een geval als bedoeld in het eerste lid in voorkomende gevallen de volgende beloningen toe:
a. voor aanvangswerkzaamheden € 1.187;
b. voor een verhuizing € 412;
c. voor het beheren van een persoonsgebonden budget € 618;
6 In afwijking van het eerste lid kan de kantonrechter wegens uitzonderlijke omstandigheden de beloning van de mentor, bedoeld in het eerste lid, op andere wijze vaststellen.
Details
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het overzicht van wijzigingen]