Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 1. Grondrechten
Artikel 4

Artikel 4 (Kiesrecht en verkiesbaarheid Nederlanders)

Laatste versie

Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.

Uitleg in duidelijke taal

Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.

Dit betekent letterlijk dat iedere Nederlander op gelijke wijze het recht heeft om de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te kiezen. Evenzo heeft iedere Nederlander het recht om tot lid van deze organen te worden verkozen. Dit recht geldt, met uitzondering van (behoudens) beperkingen en uitzonderingen die bij de wet zijn vastgesteld.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad58x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK4549 - SGP-arrest: Passief kiesrecht vrouwen prevaleert boven vrijheid van godsdienst en vereniging - 8 april 2010

ECLI:NL:HR:2010:BK45498 april 2010Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Staat handelt onrechtmatig door niet op te treden tegen de SGP, die vrouwen uitsluit van het passief kiesrecht. Het recht op gelijke behandeling (art. 7 Vrouwenverdrag) weegt in de context van politieke vertegenwoordiging zwaarder dan de vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting van de partij.

StaatsrechtGrondrechten, Verkiezingsrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK4547 - SGP-arrest: Staat moet optreden tegen uitsluiting vrouwen van kieslijst - 8 april 2010

ECLI:NL:HR:2010:BK45478 april 2010Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Staat handelt onrechtmatig door niet op te treden tegen de SGP, die vrouwen op grond van haar religieuze overtuiging uitsluit van het passief kiesrecht. Het discriminatieverbod weegt in dit geval zwaarder dan de vrijheid van godsdienst en vereniging, waardoor de Staat effectieve maatregelen moet nemen.

Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Volkenrecht
StaatsrechtGrondrechten, Verkiezingsrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:4966 - Rechtbank Rotterdam - 28 mei 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:496628 mei 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1973:AC5347 - Hoge Raad - 21 juni 1973

ECLI:NL:HR:1973:AC534721 juni 1973Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1936:134 - Hoge Raad - 13 maart 1936

ECLI:NL:HR:1936:13413 maart 1936Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBAMS:2024:6166 - Rechtbank Amsterdam - 2 oktober 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:61662 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:15833 - Rechtbank Den Haag - 30 september 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1583330 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1967:AD7999 - Hoge Raad - 17 april 1967

ECLI:NL:HR:1967:AD799917 april 1967Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1960:123 - Hoge Raad - 12 april 1960

ECLI:NL:HR:1960:12312 april 1960Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten