Artikel 4 (Kiesrecht en verkiesbaarheid Nederlanders)
Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.
Uitleg in duidelijke taal
Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.
Dit betekent letterlijk dat iedere Nederlander op gelijke wijze het recht heeft om de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te kiezen. Evenzo heeft iedere Nederlander het recht om tot lid van deze organen te worden verkozen. Dit recht geldt, met uitzondering van (behoudens) beperkingen en uitzonderingen die bij de wet zijn vastgesteld.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2010:BK4549 - SGP-arrest: Passief kiesrecht vrouwen prevaleert boven vrijheid van godsdienst en vereniging - 8 april 2010
De Staat handelt onrechtmatig door niet op te treden tegen de SGP, die vrouwen uitsluit van het passief kiesrecht. Het recht op gelijke behandeling (art. 7 Vrouwenverdrag) weegt in de context van politieke vertegenwoordiging zwaarder dan de vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting van de partij.
ECLI:NL:HR:2010:BK4547 - SGP-arrest: Staat moet optreden tegen uitsluiting vrouwen van kieslijst - 8 april 2010
De Staat handelt onrechtmatig door niet op te treden tegen de SGP, die vrouwen op grond van haar religieuze overtuiging uitsluit van het passief kiesrecht. Het discriminatieverbod weegt in dit geval zwaarder dan de vrijheid van godsdienst en vereniging, waardoor de Staat effectieve maatregelen moet nemen.