Artikel 2
Gratie kan worden verleend
a. op grond van enige omstandigheid, waarmede de rechter op het tijdstip van zijn beslissing geen of onvoldoende rekening heeft gehouden of kunnen houden en die, ware zij op dat tijdstip wel of voldoende bekend geweest, hem aanleiding zou hebben gegeven tot het opleggen van een andere straf of maatregel, of tot het afzien daarvan; dan wel
b. indien aannemelijk is geworden dat met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing of de voortzetting daarvan geen met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:600
ECLI:NL:HR:2017:3185
ECLI:NL:HR:2016:1325 - Levenslange gevangenisstraf in strijd met EVRM zonder reële herbeoordelingsmogelijkheid
De Hoge Raad oordeelt dat de Nederlandse praktijk van de levenslange gevangenisstraf in strijd is met art. 3 EVRM. Er ontbreekt een reële, voorzienbare mogelijkheid tot herbeoordeling van de straf, gericht op resocialisatie en eventuele vrijlating. De zaak wordt aangehouden in afwachting van nieuwe regelgeving.
ECLI:NL:HR:2006:AU5496
ECLI:NL:HR:2020:1747 - Hoge Raad: Ruimere afwijkingsmogelijkheid bij gratiebesluit levenslange gevangenisstraf
De Kroon mag bij een gratieverzoek voor een levenslanggestrafte afwijken van een positief rechterlijk advies. Dit mag niet alleen op basis van nieuwe feiten, maar ook door een andere weging van bekende omstandigheden. De burgerlijke rechter toetst of de motivering deze afwijking kan dragen.