Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Tweede afdeling. Van de gevolgen der faillietverklaring
Artikel 51

Artikel 51 (Teruggave en rechten derden na vernietiging)

Laatste versie

1. Hetgeen door de vernietigde rechtshandeling uit het vermogen van de schuldenaar gegaan is, moet door hen jegens wie de vernietiging werkt, aan de curator worden teruggegeven met inachtneming van afdeling 2 van titel 4 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

2. Rechten, door derden te goeder trouw anders dan om niet op de terug te geven goederen verkregen, worden geëerbiedigd. Tegen een derde te goeder trouw die om niet heeft verkregen, heeft geen terugvordering plaats voorzover hij aantoont dat hij ten tijde van de faillietverklaring niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat was.

3. Het door de schuldenaar uit hoofde van de vernietigde rechtshandeling ontvangene of de waarde daarvan, wordt door de curator teruggegeven, voorzover de boedel erdoor is gebaat. Voor het tekortkomende kunnen zij jegens wie de vernietiging werkt, als concurrent schuldeiser opkomen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hetgeen door de vernietigde rechtshandeling uit het vermogen van de schuldenaar gegaan is, moet door hen jegens wie de vernietiging werkt, aan de curator worden teruggegeven met inachtneming van afdeling 2 van titel 4 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Dit lid bepaalt dat alles wat als gevolg van de vernietigde rechtshandeling uit het vermogen van de schuldenaar is verdwenen, moet worden teruggegeven aan de curator. Deze teruggave moet gebeuren door degenen tegen wie de vernietiging effect heeft. Hierbij moeten de regels van afdeling 2 van titel 4 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in acht worden genomen.

2. Rechten, door derden te goeder trouw anders dan om niet op de terug te geven goederen verkregen, worden geëerbiedigd. Tegen een derde te goeder trouw die om niet heeft verkregen, heeft geen terugvordering plaats voorzover hij aantoont dat hij ten tijde van de faillietverklaring niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat was.

Dit lid stelt dat rechten die door derden te goeder trouw zijn verkregen op goederen die moeten worden teruggegeven, worden gerespecteerd (geëerbiedigd), mits deze rechten anders dan om niet (dus tegen betaling of een andere prestatie) zijn verkregen. Echter, als een derde te goeder trouw de goederen om niet (gratis) heeft verkregen, kan er geen terugvordering plaatsvinden tegen deze derde, op voorwaarde dat hij kan aantonen dat hij op het moment van de faillietverklaring niet gebaat was (geen voordeel had) als gevolg van de rechtshandeling.

3. Het door de schuldenaar uit hoofde van de vernietigde rechtshandeling ontvangene of de waarde daarvan, wordt door de curator teruggegeven, voorzover de boedel erdoor is gebaat. Voor het tekortkomende kunnen zij jegens wie de vernietiging werkt, als concurrent schuldeiser opkomen.

Dit lid bepaalt dat wat de schuldenaar heeft ontvangen als gevolg van de vernietigde rechtshandeling, of de waarde daarvan, door de curator wordt teruggegeven. Dit gebeurt alleen voor zover de boedel (het faillissementsvermogen) daardoor is gebaat (voordeel heeft gehad). Als er een tekort is, kunnen degenen tegen wie de vernietiging werkt, voor dit tekort als concurrent schuldeiser opkomen in het faillissement.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad68x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1204 - Aansprakelijkheid indirect bestuurder bij benadeling schuldeisers voor faillissement - 22 mei 2014

ECLI:NL:HR:2014:120422 mei 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De maatstaf voor bestuurdersaansprakelijkheid uit het Ontvanger/Roelofsen-arrest (persoonlijk ernstig verwijt) geldt ook voor een indirect bestuurder die betalingen binnen een concern bevordert vlak voor faillissement. Dit is het geval als hij wist of behoorde te begrijpen dat de vennootschap hierdoor schuldeisers onbetaald zou laten.

Civiel RechtInsolventierecht, Ondernemingsrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BF3917 - Hoge Raad - 23 april 2009

ECLI:NL:HR:2009:BF391723 april 2009Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BG1117 - Hoge Raad - 18 december 2008

ECLI:NL:HR:2008:BG111718 december 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Ondernemingsrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:4138 - Rechtbank Midden-Nederland - 9 juli 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:41389 juli 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:1064 - Parket bij de Hoge Raad - 10 oktober 2024

ECLI:NL:PHR:2024:106410 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BB5067 - Hoge Raad - 17 januari 2008

ECLI:NL:HR:2008:BB506717 januari 2008Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1991:ZC0182 - Hoge Raad - 21 maart 1991

ECLI:NL:HR:1991:ZC018221 maart 1991Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1942:94 - Hoge Raad - 15 oktober 1942

ECLI:NL:HR:1942:9415 oktober 1942Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2004:AN7322 - Hoge Raad - 5 februari 2004

ECLI:NL:HR:2004:AN73225 februari 2004Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht
Gerechtshof Amsterdam2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHAMS:2024:1839 - Gerechtshof Amsterdam - 1 juli 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:18391 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak