Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Tweede afdeling. Van de gevolgen der faillietverklaring
Artikel 49

Artikel 49 (Bevoegdheid instellen en bestrijden vorderingen artikelen 42-48)

Laatste versie

1. Rechtsvorderingen, gegrond op de bepalingen der artikelen 42-48, worden ingesteld door de curator.

2. Niettemin kunnen de schuldeisers op gronden, aan die bepalingen ontleend, de toelating ener vordering bestrijden.

Uitleg in duidelijke taal

1. Rechtsvorderingen, gegrond op de bepalingen der artikelen 42-48, worden ingesteld door de curator.

Dit betekent dat de curator de bevoegdheid heeft om rechtsvorderingen, die zijn gebaseerd op de voorschriften van de artikelen 42 tot en met 48, in te stellen.

2. Niettemin kunnen de schuldeisers op gronden, aan die bepalingen ontleend, de toelating ener vordering bestrijden.

Dit houdt in dat schuldeisers desondanks de mogelijkheid hebben om, op basis van argumenten die voortkomen uit diezelfde bepalingen (artikelen 42 tot en met 48), de erkenning van een vordering te bestrijden.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BF3917

ECLI:NL:HR:2009:BF391724 april 2009Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AD4499

ECLI:NL:HR:2001:AD449921 december 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AD2684

ECLI:NL:HR:2001:AD268421 december 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht, Ondernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1942:94

ECLI:NL:HR:1942:9416 oktober 1942Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:429 - Ondeelbaarheid verbintenis bij splitsing: aard prestatie doorslaggevend, niet partijafspraak

ECLI:NL:HR:2024:42915 maart 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een verbintenis kan voor de toepassing van art. 2:334t BW niet contractueel ondeelbaar worden gemaakt; de aard van de prestatie is beslissend. De verhouding tussen schuldeisers als deelgenoten in een executieopbrengst wordt beheerst door de redelijkheid en billijkheid.

Civiel RechtOndernemingsrecht, Verbintenissenrecht, Insolventierecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1933:361

ECLI:NL:HR:1933:36123 januari 1933Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak