Artikel 356 (Slotuitdelingslijst, beëindiging schuldsanering, verantwoording bewindvoerder)
1. De bewindvoerder gaat, zodra de uitspraak bedoeld in artikel 354 in kracht van gewijsde is gegaan, onverwijld over tot het opmaken van een slotuitdelingslijst. Geen slotuitdelingslijst wordt opgemaakt indien de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft beëindigd op grond van artikel 354a.
2. De toepassing van de schuldsaneringsregeling is van rechtswege beëindigd zodra de slotuitdelingslijst verbindend is geworden dan wel, indien de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft beëindigd op grond van artikel 354a, zodra de uitspraak tot de beëindiging in kracht van gewijsde is gegaan. De bewindvoerder doet daarvan aankondiging in de Staatscourant.
3. Na verloop van een maand na de beëindiging doet de bewindvoerder rekening en verantwoording van zijn beheer aan de rechter-commissaris.
4. Artikel 194 is van toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bewindvoerder gaat, zodra de uitspraak bedoeld in artikel 354 in kracht van gewijsde is gegaan, onverwijld over tot het opmaken van een slotuitdelingslijst. Geen slotuitdelingslijst wordt opgemaakt indien de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft beëindigd op grond van artikel 354a.
Dit betekent dat de bewindvoerder, direct (onverwijld) nadat de rechterlijke uitspraak zoals genoemd in artikel 354 definitief en onherroepelijk is geworden (in kracht van gewijsde is gegaan), moet beginnen met het opstellen van een slotuitdelingslijst. Er wordt echter geen slotuitdelingslijst opgemaakt als de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling al heeft beëindigd op basis van artikel 354a.
2. De toepassing van de schuldsaneringsregeling is van rechtswege beëindigd zodra de slotuitdelingslijst verbindend is geworden dan wel, indien de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft beëindigd op grond van artikel 354a, zodra de uitspraak tot de beëindiging in kracht van gewijsde is gegaan. De bewindvoerder doet daarvan aankondiging in de Staatscourant.
Dit houdt in dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling automatisch (van rechtswege) eindigt zodra de slotuitdelingslijst voor iedereen bindend is geworden. Indien de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft beëindigd op grond van artikel 354a, dan eindigt de regeling zodra de rechterlijke uitspraak tot beëindiging definitief en onherroepelijk is geworden (in kracht van gewijsde is gegaan). De bewindvoerder moet van deze beëindiging een aankondiging doen in de Staatscourant.
3. Na verloop van een maand na de beëindiging doet de bewindvoerder rekening en verantwoording van zijn beheer aan de rechter-commissaris.
Dit bepaalt dat de bewindvoerder, één maand nadat de toepassing van de schuldsaneringsregeling is beëindigd, rekening en verantwoording moet afleggen over zijn beheer aan de rechter-commissaris.
4. Artikel 194 is van toepassing.
Dit betekent dat artikel 194 (van de Faillissementswet) ook in deze situatie geldt (van toepassing is).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:2935
ECLI:NL:HR:2014:3678
ECLI:NL:HR:2012:BV0890
ECLI:NL:HR:2017:1203 - Verlenging schuldsanering vereist toerekenbare tekortkoming, niet slechts schuldeisersbelang
De Hoge Raad oordeelt dat verlenging van de schuldsaneringstermijn aan het einde van de looptijd enkel mogelijk is bij een toerekenbare tekortkoming van de schuldenaar. Het belang van schuldeisers is geen zelfstandige grond voor verlenging. Nakoming van een door de rechter-commissaris verlaagde inspanningsverplichting geldt niet als tekortkoming.